Wapenvliegen in Zeeland Door Chiel Jacobusse Wa apenvliegen kunnen er heel verschillend uit zien. De ene soort is helder groen, de andere heeft de gewone grijszwarte vliegentinten. Sommige soorten zijn sterk glanzend metaalgroen of koperkleurig. Eigenlijk is er - afgezien van het verloop van de vleugeladering - maar een punt dat alle wapenvliegen gemeen hebben. Dat is de vorm van het achterlijf. Het heeft opvallend parallel lopende zijden die aan de achterkant via een sierlijk boogje zijn toegespitst. Daardoor heeft het achterlijf de vorm van een wapen schildje, zij het dat dit bij de ene soort meer uitgesproken is dan bij de andere. Daarmee lijkt de naam wapenvliegen afdoende verklaard. Maar de wapenvliegenta- bel van de Jeugdbond voor Natuurstudie geeft een andere verklaring. De meeste wapen- vliegen hebben aan de achterzijde van het schildje op het borststuk een aantal doornvormige uitsteeksels. Naar deze 'wapens' zouden zowel de Nederlandse als de wetenschappelijke naam Stratiomydae verwijzen. Ook de Engelse naam sol- dierflies zou daarmee te maken hebben. Het Engelse stan daardwerk "British soldierflies and their allies" vermeldt echter weer dat de naam betrekking heeft op het geel met zwarte uiterlijk van sommige soorten. Dat zou dan veel gelijkenis vertonen met bepaalde ouderwetse solda tenuniformen. Heel wat onenigheid dus over een simpele naam. Er zijn nog veel meer raadselen. Zo zijn er verscheidene in het water levende larven van wapenvliegen gevonden, waarvan niet bekend is wat het bijbehorende volwassen stadium (imago) is. Voorlopig staan ze bekend als type 1, 2 en 3. Ook de verspreiding van een aantal soorten stelt onder zoekers voor verrassingen. Een voorbeeld: de Zeeuwse entomoloog Bob van Aartsen ontdekte in 1979 langs de kanalen van Oranjezon de wapenvlieg Oxycera morisii als nieuwe soort voor Nederland. Bij Ellewoutsdijk werd in de zeventiger jaren de tot dan toe alleen uit brongebieden in Zuid-Limburg bekende Oxycera rara aangetroffen. Speciale soorten Interessanter dan bijzondere waarnemingen is de vraag welke soorten speciaal in Zeeland veel voorkomen. Van de 44 soorten die uit Nederland bekend zijn, zijn er in Zeeland 29 aangetroffen. Hoewel daaronder een klein aantal soorten zijn waarvan de larve leeft in de strooisel- laag, is het merendeel van de larven gebonden aan water. Daar gelden wapenvliegen als goede indicatoren voor het beoordelen van de waterkwaliteit. Ze worden door waterschappen en andere instanties vaak gevolgd om de waterkwaliteit in de gaten te houden. Sommige soorten hebben een voorkeur voor brakke wateren. Dat geldt met name voor twee soorten van het geslacht Nemotelus: N. notatus en N. uliginosus. Het zijn kleine witte vliegjes met een zwarte tekening. Ze vliegen mas saal over schorren, inlagen en brakke sloten. Waarschijnlijk zijn hun larven van belang als voedsel voor verschillende moerasvogels en steltlopers en als vol wassen dier zijn ze in trek bij foeragerende zwaluwen. Bijzonder mooi is de hiernaast afgebeelde Stratiomys longicornis. Bijna de helft van de recen te Nederlandse vindplaatsen ligt in Zeeland! Ook van deze soort leven de larven in brak water, maar opnieuw geldt dat niet exact het naadje van de kous bekend is. In 1986 wer den twee zich verpoppende larven gevonden in een zandbak bij een kleuterschool in Zierikzee. Vermeldenswaard is ook Sargus cuprarius, een langgerek te, koperkleurige wapenvlieg met een donkere vlek op het midden van de vleugel. Door zijn opvallende uiterlijk is deze soort onmiskenbaar. Vroeger werd Sargus cuprari us verspreid door heel Nederland aangetroffen. Tegenwoordig is deze soort, afgezien van een paar vind plaatsen in de Hollandse duinen, beperkt tot het Deltagebied, waarbij het voorkomen in brakke en zilte gebieden opvalt. Zo zijn behoorlijk grote populaties bekend van het eiland Hompelvoet in het Grevelingenmeer en van de Yerseke Moer. De schijnbare voorkeur voor zoute gebieden is niet eenvoudig te verkla ren, want de larven leven op het land tussen het strooisel en ze zijn zelfs wel in koeienvlaaien aan getroffen. Wapenvliegen in tuin en berm Sommige soorten wapenvliegen zijn alge meen te vinden. Wie de struiken in de achtertuin inspecteert, heeft een goede kans om Oxycera trilineata tegen te komen. Dat is een fraaie lichtgroene vlieg van ruim een halve centimeter lang. Over het borststuk lopen drie zwarte lijntjes en ook het achterlijf heeft een zwarte tekening op lichtgroene ondergrond. Dit prachtige vliegje is vooral tussen eind juni en eind juli veel te vinden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2004 | | pagina 9