Door Carolien van de Kreeke-Abrahamse
lustraties Adri Karman
Kikkers zijn blij dat het weer lente is. Ze worden wakker uit hun winterslaap.
Heel de winter hebben ze geslapen in een holletje, op de bodem van de sloot
oF tussen bladeren.
Slakken horen bij de dierenfami-
iie Gastropoda. Wat een moeilijk
woord hè?! Het betekent 'buikpotigen'.
Je hebt vast wel eens een slak gezien. Hij
heeft geen poten, maar toch kan hij lopen.
Het lijkt wei of een slak op z'n buik glijdt.
Pie buik is eigenlijk een grote voet. Pie
beweegt de slak voort als een soort rol
trap. Als een slak loopt, komt er slijm uit
die voet. Paardoor glijdt de slak makkelij
ker. Aan het slijmspoor kun je zien waar
een slak gelopen heeft. Heb jij wel eens
zo'n slijmspoor gezien?
Er zijn slakken die op het land leven, maar
de meeste soorten leven in het water. Kijk
maar eens naar de tekening van de poel
slak, die leeft onder water.
Er zijn twee soorten slakken: huisjesslak
ken en naaktslakken. Een huisjesslak
heeft altijd een huis bij zich. Pat huisje
zorgt ervoor dat het vochtige lichaam van
de slak niet uitdroogt. En als er gevaar
dreigt, kruipt de slak snel in z'n huisje. Ais
hij echt veilig wil zijn, sluit hij de de ope
ning van z'n huisje af met slijm. Als dat
opdroogt is het huisje gesloten met een
soort vliesje. Ais een slak groeit, groeit
zijn huisje vanzelf groter. Pat is handig!
Een naaktslak heeft geen huisje. Hoe
moeten ze zich dan beschermen tegen
vogels of de felle zon? Pat doen ze
door de glibberige laag die op
hun lichaam zit. Vogels kunnen
ze daardoor moeilijker vast
pakken. Naaktslakken zijn
oranje, zwart, bruin of grijs
van kleur.
Als je een slak wilt vinden,
moetje goed zoeken: bijvoor
beeld aan de onderkant van
bladeren of onder hout of onder een
steen. Daar zit de slak lekker veilig. Pe
vogels kunnen 'm daar niet goed vinden.
Want voor veel vogels is een slak een lekker
maaltje! Zo'n donker holletje is ook een
veilig plekje voor een slak om zich te
beschermen tegen de zon. Een slak kan
niet goed tegen de felle zon, want de zon
droogt zijn lichaam uit. Paarom is de slak
vooral 's avonds en 's nachts actief. Als
het koud of droog is, kruipt de slak nog
dieper weg, of houdt een winterslaap.
Pe slak eet met z'n tong. Pat is een soort
rasp. Op de tong zitten veel heel kleine
tandjes, waarmee de slak eten kan schra
pen. Pijvoorbeeld bladeren, sla en fruit.
Huisjesslakken hebben vier sprietjes op
hun kop. Aan de voorkant van hun kop zit
ten twee kleine sprietjes. Hiermee kunnen
ze voelen. Poven op hun kop zitten twee
langere sprietjes. Aan het einde daarvan
zitten de ogen.
In april beginnen beginnen de slakken met
eitjes leggen. Pie leggen ze in de grond. Ze
leggen ongeveer 400 eitjes, die na drie
weken uit komen.
18
De naaktslak
ademt door dit
gaatje.
Om zich te
beschermen,
maakt de naakt
slak zich klein en
hard.
De segrijnslak
komt veel in
Zeeland voor.
De poelslak