15 introductie als een verrijking van onze ecosystemen zien, zijn er meer tegenstanders te vinden. De snelle uitbreiding van deze soort leidt tot ongerustheid. De soort is relatief nieuw in Nederland. Hoewel van oor sprong Japans, lijkt deze oester zich snel aangepast te hebben aan de Nederlandse estuaria, waaronder met name de Zeeuwse wateren. We weten van verschillende voorbeelden wereldwijd dat introducties van nieuwe soorten kunnen leiden tot ecologische rampen en grote verschuivingen in soortenaantallen. De oester is nog steeds aan een opmars bezig en het is heel moeilijk om te voorspellen waar en wanneer deze opmars zal stop pen en op welke ecologische gevolgen we kunnen rekenen. Dit is het onderwerp van mijn promotie onderzoek dat ik uitvoer bij de Rijksuniversiteit Groningen en het Nederlands Instituut voor Visserij- onderzoek. Gevaren Een gevaar voor ander soorten kan schuilen in het ver mogen van de oester om zeer veel voedsel tot zich te nemen. Oesters eten door kleine voedseldeeltjes zoals eencellige algen uit het water te filteren. Met hun kieuwen pompen ze zeewater door hun schelp. Diezelfde kieuwen gebruiken ze ook als een zeef, waarmee ze hun voedsel uit het water filteren. Mosselen kunnen per uur maximaal zo'n 10 liter water filteren, terwijl oesters in datzelfde uur wel 25 liter kunnen filteren. Water dat al door een mossel of oester is gefilterd, bevat bijna geen voedsel meer voor andere schelpdieren. Het beschikbare voedsel wordt wel weer aangevuld door middel van verversing vanuit zee via de dagelijkse getijdenbeweging en door de continue groei van eencellige algen in de waterkolom. Toch is de hoe veelheid voedsel beperkt. Door de enorme toename van oesters in de laatste jaren is ook de vraag naar voedsel enorm toegenomen. Naar verwachting duurt het niet lang meer, als de oesters zich zo snel blijven uitbreiden, voordat het plafond in de Oosterschelde wordt bereikt. Als dat gebeurt, is er niet genoeg voed- Japanse oesters in de Zandkreek. (Karin Troost) sel meer voor alle soorten die zich voeden met eencelli ge algen, zoals oesters en mosselen. Het vermogen van de oester om grote hoeveelheden water te pompen brengt nog een ander gevaar met zich mee. Naast eencellige algen kunnen oesters moge lijk ook larven van andere schelpdieren uit het water filteren. Soorten zoals mosselen en kokkels, maar ook Japanse oesters zelf, brengen de eerste twee tot vier weken van hun leven door als een vrij zwemmende larve, tot 0,4 millimeter groot. In dit stadium zijn ze waarschijnlijk erg gevoelig voor filtratie. Het lijkt erop dat oesters veel meer larven kunnen filteren dan ande re soorten. Of ze daarbij een onderscheid maken tussen larven van andere soorten en hun eigen en hoe ze dat doen, is nog de vraag. Het meest berucht heeft de Japanse oester zich mis schien wel gemaakt door het verwonden van vele zwemmers en windsurfers. De tijd dat we onbezorgd blootsvoets het water in konden rennen voor een frisse duik lijkt voorgoed voorbij. Wie niet uitkijkt kan zich lelijk snijden aan de vlijmscherpe schelpranden. Vooral windsurfers die ten val komen boven ondiep gelegen oesterbanken komen er vaak niet zonder kleerscheuren vanaf. Er zijn dan ook veel mensen die graag zouden zien dat alle oesterbanken worden opgeruimd. Een echte Zeeuw? Ondanks de dreiging zien veel mensen de Japanse oes ter als een welkome immigrant. De oester is warm ont vangen door kwekers en koks en omgedoopt tot 'De Zeeuwse Oester'. Door sommigen worden juist de wilde oesterbanken zeer gewaardeerd. Hoewel je vaak te horen krijgt dat er 'toch niks anders groeit dan oesters', kom je er toch verrassend veel ander leven tegen. Velen betitelen de oesterbanken dan ook als 'een stuk inte ressanter dan die kale moddervlaktes'. Hoewel de meningen verdeeld zijn, is één ding zeker: de Japanse oester zal niet meer geheel verdwijnen uit de Zeeuwse wateren, ook al zouden we dat willen. Ondanks zijn exotische naam is de Japanse oester een echte Zeeuw geworden. Mevr. drs. Troost is wetenschappelijk onderzoeker. Japans oesterveld. (Belinda J. Kater)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2004 | | pagina 15