C")
plaatsen de soort worden vastgesteld. Goed observeren
van andere grasopeenhopingen van bijvoorbeeld
vogelnesten, vaak ook halfrond maar zonder gespleten
grassen, kan het doorslaggevende onderscheid opleve
ren. Dwergmuisnesten lijken net op tennisballen in het
hoge gras. En dat is precies de oorzaak waarop enkele
nijvere onderzoekers hebben geprobeerd om op een
originele manier de aanwezigheid van dwergmuizen
vast te stellen. Afgeserveerde tennisballen werden
doorboord en geplaatst op een dunne bamboestok tus
sen het hoge gras. Schuin van onder werd nog een gat
gemaakt, net groot genoeg om een dwergmuis door te
laten. Ook werd er voor gezorgd dat de andere halmen
voldoende contact hielden met de bamboesteel. De
onderzoekers stopten in de tennisballen steeds vijf
graankorrels. Aangenomen werd dat alleen dwergmui
zen in staat waren op deze hoogte en door het gaatje
in de tennisbal de graankorrels te kunnen bemachti
gen. Bij de controle enkele dagen later werden de
graankorrels geteld en indien er een aantal graankor
rels ontbraken was daarmee de aanwezigheid van
dwergmuizen op een indirecte manier vastgesteld.
Dwergmuizen komen zeker niet in alle gebieden voor
met rietland: de soort is bepaald kieskeurig. Het is wel
opvallend dat, wanneer de soort wordt aangetroffen in
een bepaald gebied, er met vallen vaak meerdere
exemplaren gevangen worden in de buurt.
Harvestmouse
In de herfst doet zich een merkwaardig verschijnsel
voor: de mannetjes beginnen de ruiperiode vier weken
eerder dan de vrouwtjes. Daardoor is er in dat jaargetij
de een korte periode dat de geslachten zich ook laten
onderscheiden op basis van de haarlengte: de winter
vacht is namelijk ruiger en langer dan de zomervacht.
Enige tijd geleden werd een bijzondere vondst gedaan:
in een veenderij bij Breukelen werd een compleet zwar
te dwergmuis gevangen. Dit was voorzover na te gaan
in de literatuur de eerste!
In Noordwest-Europa komt de soort ook regelmatig
voor in korenvelden en stoppelvelden en bereikt dan
soms zeer hoge dichtheden; de volksnaam 'harvestmou
se' van de Engelsen en 'rat des moissons' van de
Fransen herinnert daar nog aan. In Zuid Europa ver
toont de soort een sterke binding met water: in de Po-
vlakte zijn er dan ook hoge dichtheden te vinden in
gebieden met de vloeivelden met rijstcultuur.
Het voorkeursvoedsel bestaat uit zaden van de hoge
graszones en insecten; maar dwergmuizen hebben
geen enkele moeite met het verorberen van grote
insecten zoals de grote groene sabelsprinkhaan of
wrattenbijters. Met een snelle beet in de kop worden
deze insecten overweldigd. In de winter kan het voed
sel bijna geheel uit insecten bestaan. In deze tijd weten
dwergmuizen ook de overwinterende insecten in riet
stengels te vinden. Voedselgebrek kan evenwel leiden
tot kannibalisme.
Na 40 tot 50 dagen is de dwergmuis geslachtsrijp; dit
geldt alleen als de omstandigheden gunstig zijn.
Wanneer het biotoop suboptimaal is, blijkt de
geslachtsrijping te zijn vertraagd. Na een draagtijd van
21 dagen worden er tussen de 2 en 6 jongen geboren.
Het aantal worpen per jaar kan oplopen tot 7!
In braakballen van (kerk)uilen blijkt de dwergmuis
ondervertegenwoordigd te zijn. Dit heeft ongetwijfeld
te maken met het uitsluitend gebonden zijn aan hoog
opgaande vegetatie van riet of grassen, waar uilen
meer moeite hebben de prooidieren te lokaliseren en
vervolgens met succes te grijpen.
Dhr. J.P. Bekker is voorzitter van de
Zoogdierwerkgroep Zeeland.
Dwergmuis kijkt uit
nest. (Michiel
Schaap)