Aan de slag! b. Welke van deze drie kiezen is van een dier dat gras eet? En van welke soort eters zijn de andere twee kiezen? c. Den jij een carnivoor, een omnivoor of een herbivoor? d. Let eens op hoe herbivoren hun voedsel fijn malen. Gaan hun kaken heen en weer of op en neer? En hoe is dat bij vleeseters en alleseters? Als je goed naar de tekenin gen kijkt, kun je het misschien ook wel zien. 2. Misschien vind je het leuk om eens een kijkje te nemen bij de Zeeuwse öchaapskudde. Het bezoekerscentrum in Heinkenszand is geopend van dinsdag t/m zondag tussen 11.00 en 16.00 uur. Regelmatig zijn er ook bijzondere activitei ten, zie www.zeeuwseschaapskudde.nl. 1. Dieren die gras of andere planten eten, heten met een moeilijk woord 'herbivoren'. Zij hebben plooikiezen. Die kiezen hebben harde richels van glazuur. Door kauwbewe gingen wordt het eten tussen de richels fijngemalen. Er zijn ook vleeseters (carni voren) en alleseters (omnivoren). Vleeseters hebben knipkiezen. Die zijn scherp en kunnen het voedsel in kleine orties knippen. Alleseters hebben knob- elkiezen. a. Welk soort kies hoort bij onderstaande plaatjes? Trek een lijntje welke kies bij welk plaatje hoort. In het natuurgebied Oranjezon grazen herten. Ook ganzen eten gras. De volgende keer gaat het over vogelzang. Wie maakt mij blij met een tekening van vogels Mirjam, Mariëlle en Amanda hartelijk bedankt! Jullie prijsjes zijn onderweg!

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2004 | | pagina 19