-•^OWSCH_GBioor>N hebben zeestromingen het duinzand aangevoerd en het daar in een brede strandvlakte (Breezand!) afgezet, waarna de wind het later in de huidige duinen heeft bijeengeblazen. Primaire duintjes Het proces van de uitbouw in oostelijke richting van de duinen van Oranjezon sinds de zestiende eeuw is niet gelijkmatig gegaan. De kaart van Nicolaas Visser laat zien dat de duinen in het midden van de zeventiende eeuw niet veel meer waren dan een smal streepje. In de 18e eeuw waren ze al breder. Maar ook toen nog was het duin vanaf de hoeve Oranjezon in oostelijke richting niet meer dan één duinrichel breed. Aan de bui tenzijde daarvan lag een strandvlakte, die nog regelma tig met zeewater overstroomde. Op deze strandvlakte lag een aantal vooruitgeschoven duintjes, zoals we die nu ook nog zien op de Boschplaat op Terschelling. Omstreeks 1730 is in opdracht van de Prins van Oranje, de toenmalige eigenaar, een zanddijk aangelegd tussen deze noordelijke duintjes en de meer zuidelijk gelegen aaneengesloten duinrichel. In de decennia daarna is deze zanddijk verschillende keren doorgebroken geweest. In de rekeningen van het Markiezaat van Veere (Archief Nassausche Domeinraad) komt vanaf 1735 regelmatig een post voor voor het "toemollen" van deze zanddijk en het planten van helm. Op oude kaarten wordt dit dijkje het Munnikendijkje genoemd. De afgesloten vlakte erachter heet de Princenpolder. Met name in de 19e eeuw kreeg het duingebied van Oranjezon zijn huidige vorm. Allereerst ontstonden op de strandvlakte ten oosten van het huidige pompstation primaire duintjes, die zich geleidelijk aan uitbreidden en aaneengroeiden tot een aaneengesloten zeereep. Zij sloten een strandvlakte af, die door de Dienst der Domeinen (die het gebied sinds de Franse tijd beheerde) werd verpacht. Pachter A. Maas heeft in de jaren '80 van de 19e eeuw de natuur geholpen door een van de kreekgaten af te dammen. Maar de begroeiing ontwik kelde zich zo snel, dat duindoorn en kruipwilg zijn wei degrond dreigde te overgroeien. Hij vroeg daarom aan Domeinen toestemming om 's winters zeewater te mogen inlaten door "potten buizen" om de struweel vorming af te remmen. Waarschijnlijk is het er echter nooit van gekomen. Verstuivingsproces In de tweede helft van de 19e eeuw heeft de wind ook grote hoeveelheid zand van west naar oost verplaatst. De hoge duinmassieven, die nu onder het dennenbos en aan de strandzijde voor het pompstation van Oranjezon liggen, zijn toen ontstaan. Het zand was afkomstig van duinen voor de Eendenkooi. Het is dus over een afstand van enkele kilometers verplaatst. Het Doorndal, de recent geplagde vallei ten noordwesten van het bos, is Kaart 2: De zeegaten tussen Walcheren en Schouwen in de 16e eeuw volgens een kaart van Christiaan Sgroten. (Bron: Anton van Haperen) rvr-sforcKF-- IB.Jtfanne 0ün'er){erc fiorniAnv -OerDroêSt ftfnrKj *- jutfmftc«a jr- r JÏO"ie]h-3 y. umpeti- (J 8 i rof me ^CiimVvtr KfCtt%rcf^ SUiiorttfrJf ÏV'H ^yiD i" rNit'll glïn'nW [rkhiu's' ii en (ontct /Jy' im-tvrne)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2004 | | pagina 5