inventarisaties werden niet minder dan vier soorten
ganzen en acht soorten eenden vastgesteld. Niet van
alle eendensoorten is met zekerheid vastgesteld dat ze
ook daadwerkelijk in het gebied broeden, maar al met
al lijkt dat wel waarschijnlijk.
Alles bij elkaar zijn in de loop der jaren in Saeftinghe
bijna 250 verschillende vogelsoorten waargenomen. In
2004 werd van 55 soorten met zekerheid het broeden
vastgesteld. Van nog eens elf soorten is het broeden in
Saeftinghe waarschijnlijk. Dat is al met al een respecta
bele score, zeker als je rekent dat vogels van bossen en
struwelen in het gebied ontbreken. Toch broeden som
mige hiervan ook gewoon in het schor. Van bijvoor
beeld de houtduif die normaal altijd in bomen broedt,
werden 51 territoria vastgesteld.
Baardmannetje.
(Niels de Schipper)
Veel voedsel en rust maar hoge risico's
Saeftinghe is nog één van de weinige gebieden in
Nederland waar natuurlijke processen nadrukkelijk aan
wezig zijn. Tweemaal per etmaal wordt het gebied
gedeeltelijk overspoeld met voedselrijk water. Dit levert
voor vogels zeer veel voedsel op. Bovendien is er hier
door ook veel rust, want uitgezonderd tijdens excursies
onder deskundige begeleiding waagt bijna geen mens
zich in het gebied. De uitgestrektheid van het gebied is
ook belangrijk, want hoe groter, hoe meer voedsel en
rust. Deze natuurlijke processen brengen ook een risico
met zich mee. Nesten met eieren en jongen kunnen
wegspoelen met een vloed en bij slecht weer is er geen
dekking en is het voedsel slecht te bereiken. De vogels
proberen zich op een aantal van deze omstandigheden
aan te passen. De slimme vogels maken het nest op de
wat hoger gelegen oeverwallen. Sommige soorten
hogen hun nest op zodat de eieren net droog blijven.
De visdief probeert het helemaal slim aan te pakken.
Deze vogels broeden graag op onbegroeide grond. Het
liefst in de buurt van het water waar ze voedsel vinden,
zodat ze geen energie verliezen met het heen en weer
vliegen. In Saeftinghe worden onbegroeide gronden bij
iedere vloed overspoeld. Het is dus niet slim om hier
een ei te leggen. Op de schorren zijn soms veekpakket-
Ge/e kwikstaart. (Niels de Schipper)
ten, deze bestaan uit afgestorven plantenmateriaal. De
veekpakketten vormen dichte matten waar geen vege
tatie doorkomt en die bovendien enigszins blijven drij
ven. Een ideale broedlocatie dus. Voor zover bekend is
dit de enige broedlocatie van visdieven op veek. Een
ongunstige constatering voor de visdief is dat de veek
pakketten de laatste jaren door veranderde waterstro
mingen vaker tegen de dijk dan op schor liggen. De
veekpakketten onder aan de dijk zijn niet geschikt als
broedlocatie voor de visdief.
Tweemaal per maand is er een springvloed en dan
komt het er op aan. Indien het rustig weer is, komt
alles goed. Maar, indien het minder goed weer is dan
hebben de vogels een probleem. Vooral bij westenwind
stuwt het water extra op en komt de toch al hoge
springvloed extra hoog. Veel nesten gaan dan verloren.
Sommige vogels proberen het nog eens opnieuw maar
de broedresultaten staan dan dat jaar onder druk. Door
Rijkswaterstaat is geconstateerd dat de amplitude tus
sen eb en vloed de laatste jaren is vergroot. Met andere
woorden het water gaat extra ver af maar komt bij
vloed ook hoger. De verdiepingen van de vaargeul zou
den hiervan een oorzaak kunnen zijn. Indien deze ont
wikkeling zich voortzet, komen vogels die in het schor
op de grond broeden in de toekomst vaker in de pro
blemen.
Rietvogels in de lift
Eén van de meest spectaculaire aspecten van de broed-
vogelstand in Saeftinghe vormt het aantal aanwezige
rietvogels. Dat een typische schorbewoner als de riet
gors met meer dan 800 paren in Saeftinghe broedt, is
meer dan we verwachtten, maar een echte verrassing is
het niet. Het aantal van 136 broedparen van de baard
man ligt echter veel hoger dan iemand kon vermoeden,
en hetzelfde geldt voor het aantal van meer dan 100
waterrallen. Zesentwintig territoria van de bruine kie
kendief is ook bepaald geen sinecure en een aantal van
460 blauwborsten is weer ronduit spectaculair.
Overigens heeft de sterke opkomst van rietvogels te
maken met een ontwikkeling waar we als beheerder
niet zonder meer blij mee zijn. Saeftinghe is in toene
mende mate onderhevig aan verzoeting. Typische