Kustvlekoog op bloem. stuk korter. De mimicry van sommige zweefvliegen gaat echter zo ver dat ze tijdens het vliegen de voorpoten naar voren gestrekt houden, zodat die lijken op lange uitgestoken antennen. De larve van de blinde bij leeft in vervuild water. Daar zeven de larven uit het water bacteriën die als eiwit bron dienst doen. Andere zweefvlieglarven zijn notoire bladluizenverdelgers. Dat geldt bijvoorbeeld voor de larven van de zeer algemene rosse zweefvlieg of py- jamazweefvlieg Episyrphus balteatus). Die naam slaat op de rugtekening van deze soort, die gekenmerkt wordt door afwisseling van brede en smalle banden, ongeveer zoals het motief van een ouderwetse pyjama. De moeilijk op te sporen larven leveren een waarschijn lijk uiterst belangrijke bijdrage aan het natuurlijk evenwicht. Zo meldde een Zuid-Bevelandse boer die een bloemenrand langs zijn akker had aangelegd een zo sterke afname van het aantal bladluizen dat met veel minder bespuiting van de gewassen kon worden volstaan. Bij een soort als de rosse zweefvlieg tikt de verdelging van bladluizen echt aan, want het is één van onze meest algemene insecten. Daarnaast zijn zweef vliegen ook nog eens van belang voor de bestuiving van bloemen. Een soort die vooral in de voorzomer talrijk voorkomt, is de kustvlekoog. Zoals de naam aangeeft, is deze soort gebonden aan de kust en binnen de Nederlandse populatie is het Zeeuwse aandeel van groot belang. De gebondenheid aan de kust heeft mogelijk te maken met het feit dat het brakke water waarin de larven leven niet zo snel bevriest. Verder naar het zuiden is de kustvlekoog namelijk ook volop in het binnenland te vinden. Van alle gewone soorten lijkt de kustvlekoog (en zijn nog algemenere verwant de weidevlekoog) nog het meest op een gewone huisvlieg. Niettemin zijn er kenmerken die voor de eerste de beste waarnemer herkenning mogelijk maken. Zo heeft de kustvlekoog geel afstekende knieën en groene ogen met donkere vlekjes erin. Heel anders ogen weer de pendelzweefvliegen: de gewone pendelzweefvlieg en de citroenpendelzweef- vlieg. Ze zijn herkenbaar aan de fraaie gele strepen over het borststuk. Hun naam wordt wel in verband gebracht met het 'pendelgedrag1 van de mannetjes, waarbij de vliegen die op zoek zijn naar een partner een vaste route met vaste stops afleggen. Het lijkt er echter eerder op dat hun naam op de klank af is overgenomen van de Latijnse soortnaam pendulus, wat 'hangend' betekent. De Griekse geslachtsnaam helophilus is afgeleid van helios zon en philus liefhebber, vriend. De pendelzweefvlieg heet dus "Hangende zonnevriend" en dat sluit prachtig aan bij de dichterlijke beschrijving van Bertus Aafjes. Beide pendelzweefvliegen zijn in de tuin volop te vinden en dat geldt ook voor de andere soorten die hier bespro ken en afgebeeld zijn. Misschien iets voor een zomerse vakantiemiddag? Dhr. M. Jacobusse is hoofd externe betrekkingen van Stichting Het Zeeuwse Landschap.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2005 | | pagina 14