1
Deel van de
tentoonstelling
'Klapperende
kaken' in het ZBM.
(Marten Hemming
In het Zeeuws Biologisch Museum te Oostkapelle
is op 26 maart de tentoonstelling 'Klapperende
Kaken' geopend. Deze tentoonstelling loopt tot
en met 30 oktober, en is de laatste wisseltentoon
stelling voordat het museum -gedurende de
winterperiode- een aantal maanden dicht gaat
om helemaal nieuw te worden ingericht. Als alles
loopt volgens de planning, zal het museum dan in
het voorjaar van 2006 openen onder de nieuwe
naam Terra Maris, met als thema de natuur en het
landschap van de provincie Zeeland.
De tentoonstelling die nu is begonnen. Klapperen
de Kaken, gaat over gebitten. Allereerst komt
de mens aan de orde. De opbouw van tanden en
kiezen wordt met behulp van grote gebitsmodel
len duidelijk gemaakt, en er wordt ingegaan op
de vraag waarom wij eerst een melkgebit hebben,
voor onze 'definitieve' tanden en kiezen door
komen. Bij het gebit kan er ook nogal wat mis
gaan: tanden en kiezen kunnen schots en scheef
staan -werk voor tandarts en orthodontist- en
ook nog eens aangetast worden als gevolg van te
veel suikers in het voedsel en een ontoereikende
verzorging. Een terugblik op de tandheelkunde
van vroeger laat zien dat die 'goeie ouwe tijd'
wat gebitten betreft vooral veel ongemak en pijn
betekende. Gebitsverzorging is tegenwoordig niet
meer het privilege van de mens. Ook onze huis
dieren kunnen bij problemen geholpen worden.
Wist u dat er tegenwoordig bijvoorbeeld speciale
paardentandartsen zijn?
Ook de verschillen tussen de gebitten van roofdie
ren, planteneters en alleseters komen natuurlijk
uitgebreid aan bod. Het is interessant om te zien
wat een grote verscheidenheid er te vinden is in
het dierenrijk in de vorm en functie van tanden en
kiezen. De gebitten kunnen uitgebreid bekeken en
vergeleken worden omdat er van uiteenlopende
dieren schedels te zien zijn. En bepaald niet de
gewoonste: ondermeer een schedel van een (uit
gestorven) sabeltandtijger, een walrus en een kro
kodil zijn tentoongesteld.
Kortom, een bezoek aan de tentoonstelling is de
moeite waard. Het Zeeuws Biologisch Museum
ligt aan de rand van het 750 hectare grote natuur
gebied 'Manteling van Walcheren', waar het
duingebied Oranjezon deel van uitmaakt. Een
bezoek aan het museum kan dus prima gecom
bineerd worden met een mooie wandeling door
de gevarieerde natuur van de Manteling of met
een uitje naar het strand. Misschien goed om te
weten: donateurs van Het Zeeuwse Landschap
krijgen op vertoon van hun donateurskaart korting
op de entreeprijs voor het museum.
M.A. Hemminga