Arco Willeboordse
dreigen en militair geweld de meeste
Vlaamse steden opnieuw stevig
onder Spaans gezag te brengen. Met
de inname van Sluis in 1587 was
vrijwel de gehele Vlaamse noordkust
weer in Spaanse handen. De opmaat
vreesde menig noordeling voor een
offensief vanuit Vlaanderen naar
Zeeland. De enige barrière die dit
belemmerde was de Westerschelde.
die opnieuw een grens werd: een mili
taire grens dit keer, een frontlinie.
Het gevolg van de strijd was voor
Zeeuws-Vlaanderen weinig minder
dan een ramp. Dijken werden door
gestoken, uitgestrekte delen kwamen
onder water te staan en stroomgeulen
sneden zich door het oude land. Vele
dorpen verdronken en grote gebieden
raakten ontvolkt.
De grens verschuift in het
westen
In de eerste helft van de zeventiende
eeuw wisten de Staten-Generaal
in een aantal stappen de gehele
noordkust van Vlaanderen op de
Spanjaarden te veroveren.
Rond de eeuwwisseling waren alleen
de eilanden Biervliet en Temeuzen
in Staatse handen. In 1604 slaagde
prins Maurits erin om West-Zeeuws-
Vlaanderen in te nemen met als
sluitstuk de bezetting van Sluis. Het
bericht van de verovering van Sluis
werd in heel de Republiek met groot
gejuich ontvangen. Begrijpelijk, want
wie West-Zeeuws-Vlaanderen in bezit
had, beheerste de waterwegen naar
Brugge. Gent en Antwerpen, samen
met Brussel destijds de belang
rijkste steden van de Zuidelijke
Nederlanden. Door de Schelde af te
sluiten was handel over water naar
deze havensteden nauwelijks meer
mogelijk. En mede daardoor kon hun
plaats in de internationale handel
worden overgenomen door haven
steden in het noorden: Middelburg,
Rotterdam, de West-Friese steden en
vooral Amsterdam. Daarnaast was
West-Zeeuws-Vlaanderen een buffer
waarachter Zeeland zich tegen inval-
Kruisdiikschans
tussen Aardenburg en Sluis.
Voorbeeld van een relatief
goed bewaard gebleven
schans. De schans werd
opgericht rond 1640, geraakte
daarna in verval en werd op
het eind van de achttiende
eeuw verkocht aan de huge
notenfamilie Hennequin. Deze
verbouwde de schans tot een
boerderii. In 1997 werd de
schans gedeeltelijk archeo
logisch onderzocht. Een deel
van de binnen-
en buitengracht werden
gereconstrueerd.
Om zich tegen menselijk geweld te
beschermen, hebben de Zeeuwen in
alle eeuwen versterkingen aangelegd.
Een bijzondere categorie van meer
dan honderd verdedigingswerken
lag in Zeeuws-Vlaanderen. Zij staan
bekend als de Staats-Spaanse linies.
Westerschelde als
Vlaams-Zeeuwse grens
De Staats-Spaanse linies dateren
uit de Tachtigjarige Oorlog 1568-
1648). Voor die tijd had het gebied
dat nu bekend staat als Zeeuws-
Vlaanderen altijd deel uitgemaakt
van het graafschap Vlaanderen. De
noordgrens van het graafschap was
de Westerschelde.
Na het begin van de Tachtigjarige
Oorlog had een aantal steden in het
noorden van Vlaanderen al snel de
kant gekozen van de opstandelingen.
Lang hebben zij het niet uitgehou
den. Want de landvoogd Alexander
Farnese was in staat om door een
bekwaam beleid van enerzijds diplo
matie en overreden en anderzijds
ZeeuwsLandschap 7