Ganzen en kleine zwanen
in Zeelcfnd geteld
van traditionele pleisterplaatsen
op oostelijk Schouwen, Duiveland
en in nog mindere mate van die op
Noord-Beveland en Walcheren. Dit
beeld past in de negatieve trend
die de laatste jaren uit nationale en
internationale tellingen naar voren
komt. Daarnaast is het natuurlijk de
vraag waarom de vogels met name
in Noord- en Midden-Zeeland zo
kort na de aankomst in november
alweer de vleugels nemen. Heeft dit
iets van doen met een verminderde
beschikbaarheid van de bieten- en
aardappelresten, die hier de bulk
van het voedsel vormen? Bij gebrek
aan een serieuze vorstperiode in de
december 2003/januari 2004 kan de
mogelijkheid van wegtrek wegens
een vorstinval in ieder geval verwor
pen worden. In januari werden veruit
de meeste Zeeuwse kleine zwanen
geteld in West-Zeeuws-Vlaanderen.
Deze zwanen maken deel uit van de
latie die meestal overnacht op het
Grote Gat van Sint Kruis. Naast
de mogelijk negatieve factoren in
Zeeland (verminderd voedselaanbod)
zal de geconstateerde afname vooral
gevolg zijn van de afname van de
Noordwest-Europese populatie. Die is
onder invloed van een reeks jaren met
slechte broedresultaten sinds halver
wege de jaren negentig met ruim der
tig procent afgenomen. Met Zeeland
vergelijkbare afnames vinden we ook
in andere Nederlandse pleisterplaat
sen, zoals het rivierengebied.
Grauwe gans
De sterke groei van de in herfst en
winter in Zeeland aanwezige popula
tie grauwe ganzen lijkt in het seizoen
2003/2004 gestokt te zijn: het hoogst
getelde aantal van 72.836 exempla
ren in november lag fors lager dan
in het voorgaande seizoen, toen voor
het eerst de grens van 100.000 exem
aantallen in de wintermaanden lagen
over het algemeen duidelijk onder
die van het seizoen 2002/2003. De
komende seizoenen zullen uitwijzen
of hier sprake is van een tijdelijke dip
of van een daadwerkelijke kentering.
Het aantal getelde grauwe ganzen
in de nazomer en herfst zijn meer in
lijn met de hoeveelheden die de laat
ste jaren gebruikelijk zijn. Het gros
van de grauwe ganzen verbleef ook
dit seizoen weer rond het oostelijk
deel van de Westerschelde, met het
Verdronken Land van Saeftinghe als
kerngebied. Deze regio is een van de
drie belangrijkste overwinteringsge-
bieden voor de soort in West-Europa.
Toch vond de geconstateerde afname
vooral hier plaats: in november
werden in Oost-Zeeuws-Vlaanderen
meer dan 40.000 grauwe ganzen
minder geteld dan in het eraan
voorafgaande jaar. Deze afname
wordt vooral veroorzaakt door een
Kleine zwaan
Het door Cor Berrevoets
gemaakte 'logo' van
de Zeeuwse ganzen- en
zwanentellers: een groep
vliegende rotganzen.
Cor Berrevoets
Rotganzen
Chris van Rijswijk