Het lieveheersbeestje heeft een meek naano gekregen. Veel mensen zullen het vast wel een lief beestje vinden. Vroeger, en eek nu neg, dachten mensen dat het geluk bracht. Paarem heeft het lieveheersbeestje bijnamen gekregen, zeals zennekevertje ef gelukskevertje. r ieei 's- Het volwassen Lieveheersbeestjes eter ^449 blsdluizer 4 Soms doet een lieve— f heersbeestje alsof het 930 op zijn rug liggen met de pootjes omhoog. Een lieve heersbeestje is een insect. Net al andere insecten heeft het een harde buitenkant. Die beschermt het lichaam en de spieren. Het harde dekschild is meestal reed met zwarte stippen. Sems is het tjeel met zwarte stippen. In Nederland kemt een reed schild met twee stippen het meest veer. Maar eek reed met zeven stippen zie je vaak. Weet jij hee die twee seerten heten? Het antweerd is heel makkelijk: het tweestippelicj lieveheers beestje en het zevenstippeli9 lieveheers beestje. Die stipjes hebben niets te maken met hee eud ze zijn. Elk lieveheersbeestje werdt en^eveer een jaar eud. Onder de harde, gekleurde schildjes zitten de vlie^vleugels. Daarmee kan het vlieden. De vliegvleugels zit ten ep^eveuwen, maar als het lieveheers beestje 9aat vlieden, klapt het ze uit. N<a<üst rode bestaan er ook geel met zwarte lieveheersbeestjes. Lieveheersbeestjes eten luizen. Het liefst ze veel me^elijk! In hun hele (even eten ze er wel ze'n 5.000! Daarem werden ze eek gebruikt ep de akkers van beeren ef in de kassen van tuinders. Bladluizen eten namelijk de blaadjes van de planten van beer ep. Dat vindt de beer natuurlijk niet leuk! Daarem laten ze er sems heel veel lieveheersbeestjes ep les, die de luizen epeten. De planten kunnen dan weer goed ^reeien. Dat werdt 'biele^i- sche bestrijding' ^eneemd. Het lieveheersbeestje is dus een vijand veer luizen. Maar het lieveheers beestje heeft zelf eek weer vijanden. Bijveerbeeld vedels. Op twee manieren prebeert het vijanden af te schrik ken. Ten eerste deer de felle kleur. Daar schrikken de vijanden van. Ten tweede kan een lieveheersbeestje heel 9eed deen alsef het deed is. Het ^aat dan ep z'n ru^ lieden, met alle zes peetjes in de lucht. Als dat niet ^enee^ helpt, ^aat het nep-bleeden. Uit de knieën kemt dan een eranje9ele vleeistef, die een beetje vreemd ruikt. 18 ZeeuwsLandschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2006 | | pagina 18