Voor velen zal één van de eerste associaties met het Zeeuwse buitenleven in de winter het spectaculaire schouwspel van grote vluchten luid roepende ganzen ziin. De laatste jaren kunnen we dit schouwspel echter ook in toenemende mate, en is steeds meer delen van Zeeland, in de zomermaanden aanschouwen. Sinds ongeveer twintig iaar blijven exemplaren van enkele ganzensoorten hier iaarrond, en broeden hier ook. Natuurliefhebbers genieten van deze ontwikkeling, maar voor de landbouw betekent dit fenomeen extra overlast. Zijn beheersmaatregelen noodzakelijk? Het Grote Gat in West- Zeeuws-Vlaanderen, een van de eerste gebieden waar grauwe ganzen spontaal tot broeden 12 ZeeuwsLandschap De meeste overzomerende ganzen in Nederland, en ook in Zeeland, zijn grauwe ganzen. Zoals alle hier in de winter voorkomende ganzensoorten, namen ook de aantallen van de grauwe gans vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw sterk toe. In die tijd werd in de meeste West-Europese landen de jacht op trekkende ganzen gesloten en begon de kwaliteit en kwantiteit van het voedsel van de grauwe gans op landbouwpercelen sterk toe te nemen. In ongeveer dertig jaar tijd vertienvoudigde in Nederland de winterpopulatie. De laatste jaren zijn tijdens de jaarlijkse piek, eind oktober - begin november, in Nederland ruim 250.000 grauwe ganzen aanwezig. In Zeeland vormt het Verdronken Land van Saeftinghe het belangrijkste overwinterings- gebied, met zo'n 60.000 tot 70.000 grauwe ganzen. Ontwikkeling Van oorsprong was de grauwe gans een broedvogel in Nederland, maar werd in de eerste decennia van de twintigste eeuw nagenoeg uitgeroeid door overbejaging en drooglegging van moerassen. Halverwege de jaren zeventig, toen de hier aanwezige winterpopulatie met zijn opmars begon, broedden er ongeveer 100- 150 paren in Nederland. Er werden in die jaren op verschillende plaatsen bewust grauwe ganzen uitgezet om hier weer een broedpopulatie tot ontwikkeling te laten komen. Ook in het Belgische vogelpark Het Zwin vond dat plaats, en zo kwamen in die jaren de eerste paren in Zeeuws- Vlaanderen, in het Grote Gat bij Oostburg, tot broeden. In de jaren zeventig vond tevens spontane vestiging van broedparen plaats. Eerst in de toen net ontstane Oostvaardersplassen in Flevoland, gevolgd door vestigingen in het rivierengebied en elders waar een geschikt moerassig gebied aanwezig was. Momenteel zijn er circa 25.000 broedparen in Nederland aanwezig, en in Zeeland werd het aantal in 2005 op ongeveer 2.600 paar geschat. Is de mus één van onze broedvogels die het snelst in aantal afneemt, de grauwe gans daarentegen is één van onze broedvogels die het sterkst

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2006 | | pagina 12