Chiel Jacobusse
bezoek bracht met weinig moeite ai
twintig slakkensoorten aan het licht.
Allemaal landslakken! Daaronder
zitten fraaie minislakjes ter grootte
van slechts enkele millimeters, zoals:
slanke dwergslak, glanzende agaat
horen, ammonshorentje, geribde
jachthorenslak en donkere glimslak.
De wandelaar ziet deze slakjes over
het hoofd, het vraagt een extra
inspanning deze soorten te vinden.
Niet onopgemerkt blijven de grote
soorten als: grote wegslak, gewone
tuinslak, segrijnslak en grote
kartuizerslak.
Als grote veelvraten uit onze tuin
kennen we de segrijnslak en de grote
wegslak maar al te goed. De eerste
wordt in grootte van zijn huisje
alleen overtroffen door de wijngaard
slak. Het huisje is dofbruin, met
afwisselend vage donkere en lichte
kleurbanden. Hij geldt als liefheb
ber van hosta's. Net als zijn grote
'broer' kan deze gegeten worden en
hij wordt daarvoor dan ook speciaal
gekweekt. Als 'escargots petit griz'
komt hij in Frankrijk op tafel. Met
die kennis zullen sommigen hun
negatieve houding ten opzichte van
slakken meteen wijzigen. Het rapen
van deze soort is geen probleem,
want hij geniet geen beschermde
status, zoals de wijngaardslak.
De grote wegslak is een grote, egaal
bruine slak met een oranje randje
aan de basis, rondom de voet. In een
recent Nederlands (Amsterdams)
slakkenboek worden aanduidingen
als: 'rubberen drol', 'kruipende
sigaar' en 'grote slijmerd' opgesomd,
die de gangbare minachting voor
slakken treffend weergeven. Aan
deze slak is geen huisje te vinden,
wat hem als voordeel geeft dat hij
door nauwe spleten kan kruipen.
Menige voordeur is zo door hem
'geopend'. Op landgoed Ter Hooge
kruiste dit dier massaal ons pad, in
volle fraaiheid. Hoewel slakken erg
plakkerig zijn, zie je op een slak
zelden vuil. Alleen als je een naakt-
slak probeert op te pakken wordt hij
bij herhaalde pogingen niet om aan
te zien, omdat er grond en strooisel
aan het verstoorde dier blijft hangen.
Na enig kruipen treedt de zelfreini
gende werking van nieuw slijm op.
waardoor de waarnemer alsnog van
dit stukje natuur kan genieten.
De tuinslak en de kartuizerslak
lijken wat op elkaar. De eerste
wordt toch wat groter en zijn huisje
is geel of bruinig, vaak met bruine
strepen in spiralen. Het is dé slak
die kapotgeslagen en leeggegeten
in lijstersmidses is te vinden. De
kartuizerslak is enkel licht bruinig
gekleurd, soms wat donkerder als de
kleur van het levende beest door de
dunne wand van het huisje zichtbaar
is. Het zijn beide uiterst fraaie
dieren, met mooie, lange oogsteeltjes.
Als laatste toch nog iets over de
kartuizerslak: verspreidingskaarten
van die soort laten zien dat het een
typische Deltabewoner is. Zeeland
is hét kerngebied van deze soort in
Nederland. Natuurlijk komen ze
elders wel voor, maar ook dan vooral
aan de kust. Zijn oude naam was
niet voor niets 'kustslak'.
De beperkte inventarisatie op Ter
Hooge leverde geen waterslakken op.
Het oppervlaktewater in het Platte
van Walcheren is vaak wat brak,
waardoor er weinig soorten in dit
water leven. Echter, ook de brakwa
tersoorten werden gemist, waardoor
een aanvullende inventarisatie nodig
lijkt.
Beheersinspanning
Er zal waarschijnlijk nooit speciale
aandacht zijn geweest voor het
beheer van de slakken op Ter Hooge.
Dat is ook niet echt nodig, want
de aanwezige slakkenbevolking is
representatief voor dit type leef
milieu. Er zijn geen aanwijzingen
voor een gestoorde slakkenstand. De
variatie in terreintypen, bestaande
uit grasland, poelen en bos, levert
voldoende mogelijkheden voor
soorten om zich hier te vestigen en
te handhaven. De mogelijkheden
voor de waterslakken zijn misschien
beperkt door het brakke karakter
van het oppervlaktewater. Dat is
eigen aan de oude eilandkernen in
Zeeland en hoort dus bij de natuur
van dit landgoed. Slakken vormen
een gemakkelijke diergroep, die zich
zonder extra maatregelen redt onder
het bestaande beheer van de overige
natuur. Er zijn geen soorten geïnven
tariseerd die een bijzondere aanpak
vragen.
Ir. H.J. Raad is regiocoördinator
Zeeland (Beveland) van het Atlas
project Nederlandse Mollusken.
Rondom Ter Hooge is
voldoende natuurlijk
afval te vinden om
voor een gedekte tafel
voor slakken te zorgen.
Segriinslak en
ZeeüwsLahdsGhap 11