hebben gelukkig al toegezegd om het Landschap hierin financieel te ondersteunen. Na de sanering kan de restauratie van het woonhuis en de reconstructie van de schuur in principe beginnen. De bedoeling is 0111 het huis geheel authentiek te restaureren, en het periodiek voor het publiek open te stellen. Over de toekomstige gebruiksfuncties van de schuur zijn we nog niet uitgedacht; het zoeken is naar een 'levendig' gebruik, dat zo dicht mogelijk ligt bij de oorspronkelijke sfeer en het gebruik van boerderij en erf. De omliggende landerijen zijn als onderdeel van het geheel minstens zo belangrijk. Natuurlijk moeten die hun agrarisch karakter ten volle behouden. Het Zeeuwse Landschap zal daarvoor het land in gebruik laten bij de boeren in de omgeving. Wel willen we graag het karakter van het gebied meer van agrarisch cultuurlandschap naar agrarisch natuurlandschap verschuiven. Dat kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door op een deel van het akkerland graan te verbouwen, uitgaande van zaad dat minder volledig is geschoond, en waar dus ook nog een bijmenging van zaden van akkerkruiden in zit. Het effi ciënt schonen van graanzaad is een belangrijke reden geweest voor de afname van akkerplanten in de 20e eeuw; door dit achterwege te laten, kan de akkerflora van weleer weer terugkomen. Tegelijk kunnen op deze percelen de omstandigheden voor één van de meest karakteris tieke vogels van het platteland, de veldleeuwerik, optimaal worden gemaakt. Naar de dramatische afna me van veldleeuweriken op het boe renland is veel onderzoek gedaan. Een belangrijke oorzaak blijkt de verandering in gewasteelten te zijn. Om succesvol te kunnen broeden hebben veldleeuweriken een korte, open vegetatie nodig, die enerzijds bescherming biedt tegen predatoren. en waar anderzijds voedsel te vin den is. Velden met zomertarwe zijn daarom bijvoorbeeld veel geschikter dan velden met wintertarwe. Velden met zomertarwe, dat in het voorjaar wordt gezaaid, bieden de leeuweri ken een gerede kans op het succesvol grootbrengen van kuikens, omdat de planten tijdens het broedseizoen nog klein zijn, en de vegetatie dus relatief open en toegankelijk is. Wintertarwe daarentegen, dat in het najaar wordt gezaaid en tijdens het broedseizoen al een hoge en dichte vegetatie vormt, is minder geschikt. Wintertarwe wordt bovendien vroeg in de zomer geoogst, waardoor het broedsucces ook nog eens wordt beperkt. Door zomertarwe in plaats van wintertarwe te verbouwen, of op de velden van wintertarwe kleine, niet ingezaaide plekjes uit te sparen, en ook door het uitsparen van krui- denranden. kan veel voor de leeuwe rik gedaan worden. Het resultaat: 's zomers meer zingende leeuweriken in de lucht! Wandelroute Zo zijn er meer mogelijkheden om natuurwinst te boeken. Door een beperkt deel van het akkerland vanuit dat perspectief te bebouwen, kan er veel gewonnen worden voor onze bedreigde akkerflora- en fauna. Het Zeeuwse Landschap zal er voor zorgen dat al dit fraais ook goed te zien is. Op en langs het erf, en over de landerijen, zal een wandelroute worden uitgezet, zodat het gebied beleefbaar wordt voor de liefhebber van natuur en landschap. Daarmee zal de boerderij met zijn omgeving een toegankelijk en waardevol element worden in het Nationaal Landschap van de Zak van Zuid- Beveland. Zover zijn we nu nog niet: zoals gezegd: we hebben nog een lange weg te gaan. We zullen u op de hoogte houden van de vorderingen! Dr. M.A. Hemminga is direc teur van Stichting Het Zeeuwse Landschap. Chiel Jacobusse Patriis Chiel Jacobusse ZeeuwsLandschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2006 | | pagina 7