Kijkt u voor een volledig overzicht
op www.terramaris.nl of vraag het
activiteitenprogramma op via 0118-
582620.
Martha Wedts de Swart, medewerk
ster expositie en educatie.
Maaike de Wilde, medewerkster
educatie.
te bieden heeft. In het Nationaal
Museumweekend is dat bijvoorbeeld
"De kunst van het waarnemen", in
de Week van de Zee "In vogelvlucht"
en in de Groene Maand "Landschap
en cultuur".
En om helemaal in de sfeer te blijven,
zijn in de ontvangstruimte, vanaf
de voorjaarsvakantie tot de zomer,
Juttersstukken van kunstenares
Lenny van Broekhoven van Galerie
Kats te bewonderen.
In het voorjaar van 2006 hebben
we zoden aangebracht, afkomstig
van het recreatiestrandje langs de
Schelphoek (dit wordt voor het
zwemseizoen toch iedere keer weer
op z'n kop gezet). Deze zoden sloe
gen schitterend aan en afgelopen
zomer konden we in dit tuintje voor
eerst mooie zoutplanten laten zien.
zoals zilte schijnspurrie, zeeaster,
gewoon kweldergras, zilte rus, zee
kraal en de al aanwezige heen en
aardbeiklaver.
Erik Speksnijder, beheerder land
schapstuin.
Binnenexpositie.
Terra Maris
kiikie achter de
schermen; het aquarium
(activiteiten programma
2007).
Terra Maris
Uit de landschapstuin: de
moerneringstuin
Eén van de thematuintjes in de land
schapstuin is de moerneringstuin.
Deze tuin is een miniatuuruitgave
van het oude hollebollige moerland
schap, zoals we dat nog vinden in de
Yerseke Moer en Kapelse Moer. In
deze gebieden heeft men, met name
in de Middeleeuwen, vanuit de dorp
jes op de hoger gelegen kreekrug
gen, het veen in de ondergrond van
de poelgronden afgegraven voor
zoutwinning. Dit alles heeft geleid
tot een grillig, reliëfrijk landschap,
waarin zoet en zout, zand-klei-veen,
nat en droog, arm en rijk, elkaar
afwisselen. Uiteraard heeft dit weer
geresulteerd in een zeer diverse plan
tengroei.
In de moerneringstuin is, destijds bij
de aanleg, een laag zout veen op vij
verfolie aangebracht en her en der op
dit veen een laag klei. De bedoeling
was dat er in de lager gelegen zoute
veenstroken zoutplanten zouden
gaan groeien en op de hoger gele
gen gedeeltes soorten van de zoete
graslanden. Nu lukte het met die
soorten van de zoete graslanden wel,
maar met de zoutplanten niet. Al
snel bleek dit tuintje door neerslag te
verzoeten. In plaats van zilte rus en
zeeaster (zulte), kwamen soorten als
schietwilg, riet en voszegge op.
Het aanbrengen van een pijp onder
het pad door, om het zoete regenwa
ter versneld af te voeren, had geen
duidelijk effect en ook het aanbren
gen van zeewater, na verversing van
het aquarium, leidde niet tot een
zouter tuintje. Uiteindelijk hebben
we er twee jaar geleden voor gekozen
om structureel, op een paar punten
in dit tuintje, strooizout (honderden
kilo's) aan te brengen. Dit bleek het
ei van Columbus. Het afsterven van
het gras in de lage veenstroken en
de schietwilg toonde aan, dat we op
de goede weg waren. Ook het verder
optrekken van het aardbeiklavertje
en het spontaan verschijnen van
heen (zeebies) was een goed teken.
ZeeuwsLcmdschap 23