Wfimm
A
Ju?-
gebied. In maart 2006 is over de
toen uitgevoerde werkzaamheden,
in zowel dit nieuwe natuurgebied
als ook in de Verdronken Zwarte
Polder, een artikel gepubliceerd
in dit tijdschrift. In de Herdijkte
Zwarte Polder is bij de herinrichting
een slenk met vogeleilandjes en poe
len uitgegraven; aan de noordzijde
van het gebied is een duingebied
gecreëerd met zand uit de directe
omgeving. Dit zand was groten
deels gewonnen uit de grotendeels
verzande geul van de Verdronken
Zwarte Polder.
Plevieren
Zowel de Herdijkte- als de
Verdronken Zwarte Polder zijn
natuurgebieden die een mooie,
geleidelijk verlopende overgang
vormen tussen de kuststrook en
de achterliggende polders. Mede
daardoor hebben ze een belangrijke
functie als hoogwatervluchtplaats
en broedgebied voor tal van kust- en
weidevogels. Een deel van het strand
van de Verdronken Zwarte Polder
wordt sinds dit voorjaar, tijdens
het broedseizoen, afgesloten voor
het publiek, zodat kustbroedvogels
zoals sterns en plevieren hier rus
tig kunnen broeden. De Herdijkte
Zwarte Polder, direct aan de andere
kant van de zeedijk, is volledig
afgesloten en ook deels ingericht
voor plevieren. De inrichting blijkt
succes te hebben; tijdens de inven
tarisatie van dit jaar zijn er drie
soorten plevieren als broedvogel van
het nieuwe gebied vastgesteld. De
pleviersoort die je in dit type terrein
allereerst verwacht is de bontbekple-
vier. Dit is een soort, die gebonden
is aan overgangen tussen kust en
vasteland. De soort is aangepast
aan zout water. Zo heeft de bontbek
een speciale zoutklier, waarmee de
met het voedsel opgenomen zouten
worden uitgescheiden. Een andere
pleviersoort die hier met twee
paar tot broeden is gekomen, is de
strandplevier. Deze vogel is. zoals
zijn naam al wel aangeeft, een echte
soort van zandige kustgebieden.
Zijn kleur is valer dan die van de
bontbekplevier, zodat hij een perfec
te schutkleur heeft op lichtgekleurde
zandvlaktes. De strandplevieren
broedden ter plaatse dan ook niet op
het slikkige gedeelte, maar op het
tegen de zeedijk aangelegde zand
in de Herdijkte Zwarte Polder. Een
plevier die wat minder gebonden is
aan de kust, is de kleine plevier. Dit
is een kleinere dubbelganger van
de bontbekplevier, maar er van te
onderscheiden doordat hij kleiner is,
een gele oogring heeft en geen oran
je snavelpunt. Het is eigenlijk een
typische soort van (grind)banken
langs rivieren verder landinwaarts,
maar deze soort komt zeker ook
in Zeeland toch wel regelmatig tot
broeden.
Het waarnemen van plevieren in
het broedseizoen is geen alledaagse
kost. Als ze een nest of jongen
hebben, houden ze zich heel goed
verscholen en zijn zelfs op de kale
gronden zeer moeilijk te vinden.
Maar aan het broeden gaat de balt
speriode vooraf. Op dat moment
laten ze zich wel degelijk zien en
horen. Het baltsen van plevieren is
te vergelijken met dat van gierzwa
luwen: al vliegend produceren zij
gierende geluiden. De soorten doen
dat niet alleen paarsgewijs, maar ze
kunnen ook in gezamenlijkheid een
gegroepeerde baltsvlucht uitvoeren.
De Herdijkte Zwarte Polder is niet
alleen ingericht voor typische kust
broedvogels. maar mede voor vogels
als kieviten, tureluurs en kluten.
Ook deze soorten zijn vastgesteld
18
ZeeuwsLandschap
-„ -v
Spil
l»;