Chiel Jacobusse gcOWSCH GEMnrr^ ■^gj.WETENSCHjgS^' Parelstuifzwam tere helminktzwam. Al deze paddenstoelen zijn gebonden aan de buitenste duinen waar helm zijn grootste vitaliteit bereikt. In rustiger milieus achter de zeereep zijn ze nauwelijks te vinden, zelfs niet op plekken waar secundaire verstuiving van zand plaats vindt. Ook in door helmaanplant en rijs- schermen gefixeerde buitenduinen is de mycoflora doorgaans slecht ontwikkeld. De zeldzamere soorten vertonen een opvallende voorkeur voor jonge, dynamische duinland schappen, zoals die bijvoorbeeld ontstaan zijn tussen Breezand en Oranjezon en op de Hooge Platen in de Westerschelde. De Hooge Platen zijn afgelopen herfst voor het eerst mycologisch verkend. Het blijkt de rijkste bekende groeiplaats te zijn van de helminktzwam in Nederland en wellicht zelfs in Europa. Buiten Nederland is deze soort alleen van enkele plekjes langs de Franse kust bekend. Behalve echte duinpaddenstoelen vinden we soms onverwachte gasten tussen de helm, zoals elfenbankjes of gele korstzwammen die zich moeizaam boven het zand uitwor- stelen. Ze staan in verbinding met aangespoeld hout dat door zand bedolven is. Doornstruwelen Achter de zeereep ontwikkelen zich in Zeeland op de meeste plaatsen al snel dichte struwelen met duindoorn in de hoofdrol. Een opvallende pad denstoel is daar de duindoornvuur- zwam die bruine knobbels vormen aan oude takken. De onderkant is voorzien van fijne, roestbruine poriën. Het is een van de weinige paddenstoelen met overblijvende vruchtlichamen. Elk jaar vormt zich een nieuwe buisjeslaag over de oude en zo kan een groot exemplaar wel 10 lagen tellen. Van de bodembewonende padden stoelen in duindoornstruwelen is niet zo veel bekend, niet in de laatste plaats doordat ze vrijwel ondoor dringbaar zijn. In de duinen van de Verdronken Zwarte Polder vonden we in dicht struweel flinke groepen van de zeer zeldzame bleekoranje zalmplaat, een soort die opmerkelijk genoeg al in 1980 door de amateur- mycoloog André de Meijer aldaar gevonden was. Op open plekjes en langs padranden in struwelen groeit nogal eens de gekraagde aardster. Aardsterren behoren tot de lievelingen van mycologen vanwege hun buitenis sige vormgeving. Het zijn eigenlijk 'gewoon' stuifzwammen, waarvan de buitenste laag in slippen open springt die vervolgens naar buiten omkrullen. Een jonge gekraagde aardster lijkt op een tulpenbol. Met veel geluk kun je in dezelfde omgeving de peperbus vinden, de enige aardster waarvan het bolletje meerdere openingen heeft. Vrijwel alle West Europese vindplaatsen van deze paddenstoel liggen in de duinen langs de Hollandse kust. In België, Groot-Brittannië en Duitsland is deze soort uiterst zeldzaam of uitgestorven. Naar het oosten komen we de peperbus pas in de Hongaarse laagvlakte weer tegen. Reden genoeg dus om met onze vindplaatsen zuinig om te springen. Een paar jaar geleden vond ik tij dens een kerstvakantie een prachtig exemplaar langs een duinovergang Chiel Jacobusse

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2007 | | pagina 5