Kon unen werden in de
middeleeuwen gehouden
bii kastelen en kloosters
voor hun vlees en vacht.
eeuw is er sprake van een omslag
in het denken over de duinen en het
duingebruik. We zitten dan in de
periode van de Verlichting, waarin
het geloof in de rede en de vooruit
gang heel belangrijk is. In hogere
kringen krijgt men belangstelling
voor de natuurwetenschappen en de
land- en bosbouw. In deze periode
ontstaan de eerste initiatieven voor
duinbebossing en in de Hollandse
duinen worden dan duinvalleien
omgevormd naar cultuurland.
Tegelijkertijd raakt het konijn in dis
krediet. Dat heeft allereerst te maken
met het economisch getij en de ver
anderende mode, waardoor de vraag
naar konijnenvlees en -bont afneemt.
De pachtprijs van de waranden is
dan twee tot drie keer lager dan een
eeuw daarvoor. Daarnaast speelt
ook de schade aan land- en bosbouw
een belangrijke rol. Die schade deed
zich natuurlijk al eerder voor, maar
nu drong deze ook door tot de hogere
sociale kringen, zoals bijvoorbeeld de
bezitters van de buitenplaatsen. In de
tweede helft van de achttiende eeuw
verandert het duingebruik dan ook.
De konijnenwaranden worden beëin
digd en begrazing met rundvee wordt
uitgebreid. Plaatselijk wordt ook
bos aangelegd. Op Walcheren leidt
dit vóór de buitenplaatsen tussen
Domburg en Oostkapelle tot de aan
leg van een manteling, die wij nu nog
kennen als het lage eikenstruweel.
Ten westen van de huidige hoeve
Oranjezon wordt het daar aanwezige
hakhout uitgebreid, waardoor het
huidige Oranjebos ontstaat.
Duinen in de openbare
verkoop.
In de Franse tijd verandert de
eigendomsituatie van veel duinen
ingrijpend. De Staten van Holland en
Zeeland, tot dan de opvolgers van het
grafelijk gezag, worden opgeheven en
hun eigendommen gaan over naar de
domeindirecties van het Ministerie
van Financiën. Iets dergelijks gebeurt
ook met de bezittingen van de
Oranjes, waarvan het Markizaat van
Veere en de duinen van Oranjezon
deel uitmaken. Bovendien wordt de
nationale economie -geconfronteerd
met grote schulden. Na het vertrek
van de Fransen besluit Koning
Willem I om een groot deel van
het domeinbezit te verkopen. In de
eerste decennia van de negentiende
eeuw zijn er dan ook regelmatig
publieke veilingen. Grote stukken
'woeste grond' uit het oude bezit
van de grafelijkheid en de Nassaus
worden daar publiek verkocht. Voor
de duinen is weinig belangstelling.
Op Walcheren leidt dit tot een ware
zoektocht, waarbij het Domeingezag
probeert de duinen van Oranjezon
aan verschillende partijen te slijten.
wij thans. Dat de duinen de zee
tegen hielden, was in de zestiende en
zeventiende eeuw vanzelfsprekend.
Vanuit die optiek maakte men zich
dan ook weinig zorgen over stui
vende duinen. Vastleggen van het
stuivend duin deed men vooral om
schade te voorkomen, bijvoorbeeld
aan aangrenzend cultuurland of aan
de konijnenwaranden. De instand
houding van de konijnenwaranden
wordt dan ook steeds genoemd als
een belangrijke reden voor duinvast
legging. Iets dergelijks zien we ook
bij de regelgeving die verbiedt om
het duin te betreden. Duinmeiers
zagen hier strikt op toe en waren
bevoegd om stropers te gijzelen
en aan de baljuw over te dragen.
Interessant is in dit verband de
passage in het zeventiende-eeuwse
geschrift "Jacht bedrijf over de
wulp. Volgens het handschrift had
den duinmeiers graag enkele paren
wulpen in hun duinen, omdat deze
vogels alarmeerden als er vreemde
lingen of honden verschenen. Die
liefde ging zelfs zo ver. dat zij soms
de jonge wulpen kortwiekten, zodat
zij niet konden wegvliegen en de
oude vogels langer in het duin zou
den blijven.
Duinen omgevormd tot cultuurland,
het konijn raakt in diskrediet.
In het midden van de achttiende