mm WÊÊË De nieuwe rubriek Zeeuwse Stikies bevat nieuwtjes en wetenswaardigheden op het gebied van Zeeuwse namen. Het gaat over woorden in het Zeeuwse dialect waarmee de Zeeuwen de hun omringende natuur benoemen. Zoals bijvoorbeeld: 'lesse Moer', 'Dukelaertie', 'aontjes en oentjes', maar ook: waar komen de Zeeuwse plaatsnamen vandaan. getrokken wordt tot Iésse (jawel, met dubbel si). Niet-dialectsprekers zullen het subtiele uitspraakverschil tussen Iése en Iésse niet zo snel oppikken en daarmee ligt de foute benaming Yerseke Moer voor de hand. De naam Yerseke Moer is inmiddels door en door bekend. We moeten er maar niks aan veranderen, maar het is goed dat dialectsprekers bewust blijven van het verschil tussen Iése en Iés(e) se moer. Of kan het u allemaal geen moer schelen? Chiel Jacobusse 'Dieken' 'Wuven as dieken', en 't is een stik uut d n diek'. Dergelijke smeuïge gezegden, die in dit geval vertellen dat de dames in Zeeland struis en degelijk kunnen zijn, ontstonden doordat dijken al vanouds her een belangrijke rol in ons land spelen en opvallende elementen vormen in het vlakke polderlandschap. Er zijn vele mooie gezegden die naar dijken verwijzen, zoals 't Waeter kom gauw bie d'r over d n diek' dat betekent 'ze huilt gauw', en 'Gliek over d n diek', bij een ruiling is het dan 'gelijk oversteken'. Landelijk bekent is 'Da briengt zóöien aan d n diek', maar dan wordt het in het Neder lands juist in de negatieve vorm gebruikt: 'dat zet geen zoden aan de dijk'. Een oud dialect-grapje vormt de kreet 'kiek, kiek 'n kacheltje op d n diek'. Dat is een gefabriceerd zinnetje om 'Hollanders' in de war te brengen. Een 'kacheltje' is een veulentje. Op Flakkee, waar ik van daan kom, hadden we het overigens niet over 'Hollanders', maar over 'overkanters' of'vreemde'. In mijn dorp Den Bommel, gelegen aan het Haringvliet, was 'die he an d'n diek gelegen' een gevleugeld begrip: dan waren een jongen en een meisje wezen vrijen achter de buitendijk, aan de rand van het gors. Men leeft nu veel minder buiten en met het landschap verweven dan voorheen. Ons landschap verdwijnt langzamerhand achter uniforme bouwwerken langs snelwegen. Hierdoor worden geen landschaps elementen meer opgenomen in ons spraakgebruik. Maar. het begrip 'dijk' is toch nog wel zo oer-Hollands, dat het nog steeds wel eens opduikt in nieuwe namen of begrippen. Zo ontstond een aantal jaar geleden de Nederpopgroep 'De Dijk', en hun muziek staat als een dijk. Dijkplanten In de jaren tachtig van de vorige eeuw heb ik de vegetatie van Schouwse binnendijken geïnventariseerd. In het middengebied van Schouwen, rond de plaatsen Dreischor, Noordgouwe, Zonnemaire en Brouwershaven ligt de grootste concentratie aan polder dijken. Veel van deze dijken worden gevormd door zavelige tot zandige grond. Hierdoor komt plaatselijk op deze dijken nog steeds, weliswaar op beperkte schaal, een soortenrijke gras- en kruidenvegetatie voor, met soorten die kenmerkend zijn voor schrale grond, zoals echt walstro. akkerhoornbloem, kruisdistel en beemdkroon. Zoals het vaak gebeurt als je in een bepaald stuk landschap geïnteresseerd bent, wil je ook meer over de historie ervan weten. Zo was ik benieuwd hoe die dijken er voor de Tweede Wereldoorlog uitgezien zouden kunnen hebben. Dus de tijd van voor het kunstmestgebruik en de tijd dat deze dijken begraasd werden door een trekkende kudde schapen of runderen. Beschrijvingen van die tijd zijn er niet. Maar uit gesprekken met oude boeren die in hun jeugd, dejaren dertig, langs die dijken naar school liepen kon ik wel een beeld vormen. Ze kenden planten alleen met de plaatselijke volksnamen, en herinnerden zich dat er overal 'aentjes-en-oentjes' en 'schoentjes- en-laersjes' groeiden. Dat waren de thans tamelijk zeldzame soorten ratelaar en rolklaver. Ratelaar kon ik nergens meer op de Schouwse dijken terugvinden. Het moet 's zomers voor de oorlog waarschijnlijk een bonte bloemen pracht geweest zijn op die dijken. Volksnamen ontstonden alleen als de desbetreffende plantensoort vrij algemeen voorkwam. Volksnamen van planten zijn nogal eens gebaseerd op de associatie die men kreeg bij het zien van de bloemen. Als je een groepje bloemen van ratelaars bij elkaar ziet is de associatie met de kammen van hanen en kippen goed te plaatsen. Overigens, natuuronder zoekers die wetenschappelijke namen aan planten en dieren gaven deden niet anders. Zo is de oude weten schappelijke naam voor ratelaar Rhinanthus crista-galli, waarbij de laatste twee woorden 'hanekam' betekenen. Terug naar mijn vooroorlogse beeld van die schrale dijkvegetaties. Fraaie aanvullende informatie kreeg ik van wijlen Frans Jansen uit Brouwershaven. Men kocht toen melk los in de kan bij een boer in de buurt. De melkkoeien van die boer liepen met een koeien wachter over de polderdijken. Daar kwam echter in de loop van de zomer zoveel kraailook op voor dat de melk erg ui-achtig begon te smaken. En dan kwamen er volop klachten van de Brouwenaren. Vanaf dat moment werd de rest van de zomer op de dijken telkens de hulpjongen van de koeienwachter voor de grazende koeien uit gestuurd, om zoveel mogelijk kraailook weg te plukken. Gert-Jan Buth ZeeuwsLandschap 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2008 | | pagina 21