Uit het landschap
Natuur heeft ruimte nodig
Door Marten Hemminga
Regelmatig is tegenwoordig, vooral vanuit agrarische
hoek, het geluid te horen dat er wel genoeg natuur in
Nederland is. Die mening wordt gedeeld door een flink
deel van de Nederlandse bevolking. In de Natuurbalans
2007, opgesteld door het Milieu en Natuur Planbureau,
is te lezen dat uit een draagvlakenquête is gebleken dat circa de helft
van de Nederlanders vindt dat er voldoende natuur is (de andere helft
is van mening dat er niet voldoende natuur is). Daarbij moet opgemerkt
worden dat de gemiddelde Nederlander natuur breed definieert: niet alleen
duingebieden maar ook stadsparken, akkers en weilanden worden er
onder gerekend. Gemeenschappelijk in al die gebieden is dat ze mensen de
mogelijkheid bieden om buiten op stap te gaan, mentaal tot rust te komen,
te joggen of wat dan ook. Het waarnemen van verschillende planten of
dieren kan, maar hoeft niet per se onderdeel
te zijn van die plezierige buitenervaring.
Het kan niet anders of een natuurbeschermende organisatie als Het
Zeeuwse Landschap heeft een meer gefocuste visie op natuur. Zeker,
de mogelijkheden die natuurgebieden aan mensen bieden om tot rust te
komen of activiteiten te ontplooien vinden we heel belangrijk, en waar
mogelijk proberen we daar gelegenheid voor te scheppen. Maar voor Het
Zeeuwse Landschap is ook de intrinsieke waarde van natuur essentieel.
De rijkdom aan planten en dieren die de planeet aarde bevolken is een
waarde op zichzelf, een waarde die beschermd moet worden.
Vanuit dat perspectief kijken we dan ook wat anders aan tegen de vraag
of er genoeg natuur in Nederland is. De Natuurbalans 2007 constateert
dat Nederland waarschijnlijk niet in staat zal zijn om de landelijke achter
uitgang in biodiversiteit in 2010 te stoppen, zoals door de verschillende
landen binnen de EU als doelstelling is afgesproken. Vaak zijn milieu
condities onvoldoende, maar ook de versnippering van de natuurgebieden
is een groot probleem. De overleving van soorten is gebaat bij robuuste,
aaneengesloten gebieden. Klimaatsverandering is helaas een nieuwe
stressfactor voor tal van soorten. Ruimte, en het aaneengesloten zijn van
natuurgebieden, zullen factoren van groot belang zijn voor het toekomstig
overleven van flora en fauna. Dus op de vraag of er wel genoeg natuur is
in Nederland, kuntu mijn antwoord wel raden...
Dr. M.A. Hemminga is directeur van Stichting Het Zeeuwse Landschap
Weidevogels op een veranderend platteland p. 4
In een overzichtsartikel beschrijft vogelkenner Chiel
Jacobusse hoe het de weidevogels in Zeeland vergaan
is in de afgelopen decennia. Ontwatering, gebruik van
kunstmest, intensivering van de landbouw en schaal
vergroting, verstedelijking en infrastructuur eisten hun
tol. Maar er is hoop: met steun van de provincie is
Het Zeeuwse Landschap gestart met een provinciebreed
weidevogelproiect, een opkrikplan voor weidevogels.
Jacht en wildschade p. 8
Natuur- en wildschadebeheer staan soms op gespannen
voet met elkaar. De regels voor iacht en afschot ziin
strikt vastgelegd in wet- en regelgeving, zoals in de
Flora- en faunawet van 2002. Voor- en tegenstanders zijn
aan die regels onderworpen. Ook Stichting Het Zeeuwse
Landschap heeft in haar natuurterreinen te maken met
deze problematiek. In dit nummer geeft Gert Jan Buth
een toelichting op de uitgangspunten van de Stichting.
Duingebruik door de eeuwen heen p. 11
Door de eeuwen heen veranderde het Zeeuwse duingebied
van woeste grond in een waterwinninggebied en later in
natuurgebied. Hoe de mens de duinen gebruikte in de
loop van de geschiedenis beschrijft Anton van Haperen,
duindeskundige bii uitstek.
Natuurherstel Westerschelde: meer dan natuur alleen p. 14
De discussie over ontpoldering en natuurherstel in het
Westerscheldegebied is 'hot' in Zeeland. Het Zeeuwse
Landschap heeft in de media haar steentje bijgedragen
en voorstellen gedaan. In dit nummer gaat Marten
Hemminga dieper in op de kansen die de inrichting van een
vernieuwende kustzone biedt. Hii pleit voor een zoektocht
naar natuurherstelproiecten met een koppeling naar andere
maatschappelijke belangen, zoals bijvoorbeeld het plan
Waterdunen in West-Zeeuws Vlaanderen.
De nieuwe rubriek Zeeuwse Stikies (p. 20) bevat nieuwtjes
en wetenswaardigheden op het gebied van Zeeuwse namen.
Het gaat over woorden in het Zeeuwse dialect waarmee de
Zeeuwen de hun omringende natuur benoemen. Zoals bij
voorbeeld 'lesse Moer', 'Dukelaertie', 'aonties en oenties',
maar ook: waar komen de Zeeuwse plaatsnamen vandaan.
Koert p. 18
Terra Maris p. 22
Landschap in 't kort p. 24
Agenda p. 26
Cover: Gezicht op de Westerschelde. (Foto Chiel Jacobusse)
ZeeuwsLandschap 3