ecologische evenwichtstheorieën ten
spijt- een enorme aanslag op de wei
devogelstand vormen. In de meeste
gevallen helpt het om een gebied
voor predatoren minder aantrek
kelijk te maken. Door het opzetten
van de waterstand worden vossen en
hermelijnen geweerd; het verwijde
ren van houtgewas maakt een gebied
minder geschikt voor kraaiachtigen.
Zelfs het simpelweg vervangen van
een afrastering door een veekerende
sloot, kan ervoor zorgen dat preda
toren hun zitposten verliezen en min
der effectief kunnen jagen. Feit blijft
echter dat intensieve bestrijding van
kraaien en vossen altijd een regulier
onderdeel was van het beheer van
het platteland. Als daar, zoals in
onze natuurgebieden- verandering in
komt, verschuift het evenwicht in het
nadeel van de weidevogels.
Toekomst
Is er toekomst voor onze weidevo
gels? Het antwoord is niet eenduidig.
De intensivering -bijna industria
lisatie- van het boerenbedrijf gaat
voort en onvermijdelijk komen
weidevogels daardoor verder in de
knel. Natuurbeheer door de boeren
kan enig soelaas bieden, maar nu de
economische perspectieven van het
landbouwbedrijf verbeteren wordt
agrarische productie aantrekkelijker
en natuurbeheer komt minder in
trek.
In reservaten is ook lang niet alles
rozengeur en maneschijn. Veel
natuurgebieden worden te ver ver
schraald, wardoor de bodemfauna
verarmt, zodat de weidevogels onvol
doende voedsel kunnen vinden. De
toekomst van Nederland als weide-
vogelland nummer één in de wereld
is alleen verzekerd als er weidevo-
gelgebieden van voldoende omvang
en kwaliteit een specifiek op weide
vogels gericht beheer krijgen. Dat
is vooral daarom zo moeilijk omdat
het gaat om het nabootsen van tra
ditioneel boerenbeheer. Waar halen
we de benodigde ruige stalmest die
ook nog eens zonder allerlei vergiften
en medicamenten moet zijn? Hoe
neutraliseren we de effecten van
neerslaande luchtverontreiniging op
de begroeiing in het weiland? Wie wil
er straks nog runderen onderbrengen
in lage dichtheden in het vrije veld?
Vooralsnog meer vragen dan ant
woorden. Maar dat weerhoudt ons
niet van voortdurende aandacht en
zorg voor de goed functionerende
weidevogelgebieden die ons nog
resten. Dit jaar is Stichting Het
Zeeuwse Landschap met steun
van de provincie en de landelijke
overheid begonnen met een pro-
vinciebreed weidevogelproject, het
opkrikplan weidevogels. De ambitie?
Binnen vijfjaar een toename van
de weidevogels met 20%. We gaan
ervoor!!
Chiel Jacobusse, hoofd ecologie en
beheer bij Stichting Het Zeeuwse
Landschap.
Tureluur op een
hoge uitkijkpost in
de Yerseke Moer.
De graspieper was
voorheen een algemeen
voorkomende weidevogel
staat nu op de rode liist.