gebied. Het Zeeuwse Landschap beschouwt het dus ook vanzelf sprekend als haar taak om op te komen voor het natuurbelang van de Westerschelde. Dat brengt ons soms wel in een lastige positie. Daarmee is niet gezegd dat het Landschap een organisatie van rabi ate ontpolderaars is, die niets liever doet dan landbouwgrond onder water zetten. Dat is bepaald niet het geval. Mede op onze voordracht zijn deelalternatieven voor ontpoldering aangedragen. De tegenstanders van ontpoldering zeggen keer op keer dat ze niet tegen natuurherstel zijn, maar tegen onteigening van landbouwgrond, ook al wordt die uitstekend finan cieel of in de vorm van ruilgrond gecompenseerd. Dat is op zich een te verdedigen standpunt (hoewel opvallend, omdat onteigeningen voor wegen, stadsuitbreiding etc. overal in Nederland aan de orde van de dag zijn, zonder dat dit tot protest leidt). Er zijn ook signalen en uitspraken die er op wijzen dat het feitelijke standpunt verder gaat, namelijk dat er geen hectare landbouwgrond mag worden opge offerd voor Westerscheldenatuur. Illustratief daarvoor is dat de alternatieven die worden aan gedragen allemaal buitendijks zijn (bijvoorbeeld het afplaggen van Het Verdronken Land van Saeftinghe). Met andere woor den. de bestaande natuur in de Westerschelde moet maar de hecta res leveren voor uitbreiding en her stel van diezelfde natuur. Dat klinkt niet alleen als een raadselachtige opgave, maar het lijkt ook feitelijk een illusie. Innovatief Het is niet ondenkbaar dat enkele buitendijkse maatregelen een zinni ge bijdrage leveren aan lokale verbe tering van de natuurkwaliteit. Maar het is naar onze mening onmogelijk om de huidige opgave. 600 hectare nieuwe estuariene natuur, in zijn volle omvang te realiseren zonder dat dit binnendijkse (landbouw) grond kost. Ook zijn wij er van overtuigd dat het vasthouden aan het al dan niet verhulde standpunt dat natuurherstel niet ten koste van landbouwgrond mag gaan, Zeeland mogelijkheden voor innovatieve ont wikkelingen onthoudt. Wat op dit moment nodig is, is niet de zoveelste zoektocht naar alterna tieven voor ontpoldering. Dat is al genoeg geprobeerd. Het is jammer dat de commissie die door de minis Figuur 1: De gradient van zoet water (rood) naar zout water (blauw) in de estuaria van Zuidwest-Neder land, gemeten in februari 1962, voor de bouw van de grote Deltawerken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2008 | | pagina 15