Jacht is een gevoelig onderwerp. Bij gesprekken hierover gaan nuchtere feiten en emotionele aspecten vaak door elkaar lopen. Voor Stichting Het Zeeuwse Landschap zijn jacht en wildschade- bestriiding zaken waar we niet omheen kunnen. Regelmatig wordt de Stichting door zowel voor als tegenstanders gevraagd wat onze uitgangspunten zijn. En of die niet verruimd kunnen worden, bijvoorbeeld vanwege ganzenoverlast, of juist aangescherpt kunnen worden, bij voorkeur door een totaal verbod op afschot. In dit artikel worden de uitgangspunten van Het Zeeuwse Landschap voor jacht en bestrijding van wildschade toegelicht. Hazen kunnen schadelijk zijn voor jonge boomgaar den, fazanten kunnen in wintergraanakkers behoor lijk schade aanrichten. Veel zal<en in Nederland zijn nauwkeurig geregeld door wetten, vergunningen en richtlijnen. Dat geldt in het bijzonder voor jacht en bestrijding van wildschade. Het Zeeuwse Landschap kan hierdoor maar in beperkte mate eigen beleids uitgangspunten voor faunabeheer toepassen. In natuurgebieden mag geen "echte "jacht plaatsvinden. Dus. geen jacht in de vorm van 'oogst-jacht', of door sommigen wat platter 'plezierjacht' genoemd. Wel kan in een aantal terreinen van de Stichting incidenteel bestrijding van wildschade middels afschot plaatsvinden. Dit gebeurt alleen bij daadwerkelijke of dreigende schade bij derden rond natuurgebieden en als er geen andere mogelijkheden zijn om die schade te beperken. Ook kan vanwege een ecologisch belang afschot noodzakelijk zijn. hoewel er direct bij gezegd moet worden dat dit een grote uitzondering is. Bij recent aangekochte terreinen kan het zijn dat het jachtrecht nog verhuurd is. Dat ligt contractueel vast en daar valt uiteraard niet aan te tornen. Een natuurgebied verwerven doe je zodra de kans zich voordoet, ook al kun je niet meteen in alle opzichten optimaal beheren. Het Zeeuwse Landschap is dan ver plicht gedurende de looptijd van de jachthuurovereenkomst de jacht nog toe te staan. Faunabeheereenheid Zeeland Jacht en wildschadebestrijding zijn in Nederland gedetailleerd in regel geving vastgelegd. De invoering van de Flora- en faunawet in 2002 betekende een grote verandering ten gunste van de natuur. Het aantal bejaagbare soorten is fors beperkt, bedreigde diersoorten mogen niet meer geschoten worden en het fau nabeheer moet planmatig plaatsvin den. Als uitvloeisel van de Flora- en faunawet zijn er provinciale faunabe- heereenheden (FBE's) ingesteld. Het FBE-bestuur bestaat uit vertegen woordigers van de landbouwsector, de grondeigenaren, de jagers en de natuurterreinbeheerders (waaronder Het Zeeuwse Landschap). De pro vinciale overheid heeft hierbij een adviesfunctie. De praktische uitvoering van de Flora- en faunawet vindt plaats via deze FBE's. Deze beheereenheden doen dit aan de hand van een pro- vinciebreed uitgewerkt faunabe- heerplan. Een dergelijk plan wordt vastgesteld door het College van Gedeputeerde Staten, in het fauna- beheerplan wordt voor elke soort die

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2008 | | pagina 8