waterbedrijf een aantal percelen bebost en ook stukken terrein open gelaten. Een van de taken van de nieuwe boswachter was om het contact met de boeren te onder houden, die grond van het water bedrijf pachtten. "Van de hoge zandrug die van Nieuw-Namen naar Koewacht loopt, stroomt het overtollige regenwater naar de Westerschelde", legt de boswachter uit. "dat water wordt op natuurlijke wijze gezuiverd. De boeren waren beperkt in het gebruik van mest- en spuitstoffen. Ik moest er op toezien dat het afstromende water niet onderweg vervuild werd. Ik ben zelf een boerenzoon en heb altijd prima samengewerkt met de dertig pach ters in de omgeving. Daar ben ik best trots op." De schrale grond in het gebied leverde de boeren vaak weinig op en zo vond er een verdere omschakeling plaats van boeren land naar bosaanleg. "Dat was een natuurlijk verloop", gaat de boswachter verder, "in mijn eigen familie waren er ooit 24 boeren en nu zijn er nog vier overgebleven." Waterfabriek Terwijl de 'waterfabriek' op de hoge zandrug bij Sint Jansteen op volle toeren draaide, daalde de grond waterstand en ontstond een steeds droger wordende streek. Om het Uniek voor Zeeland "De natuurwaarden van dit gebied zijn bijzonder en dat is niet zo bekend", zegt Chiel Jacobusse, die onderweg is om wat extra gegevens te verzamelen van de nieuwe aanwinst van Het Zeeuwse Landschap. "Er zijn weinig plekken in Zeeland met zulke grote bossen. Dat brengt weer bijzondere bosvogels met zich mee, zoals zwarte spechten, boomklevers en matkoppen. Deze vogels komen in Zeeland nergens voor behalve in de waterleidingbossen van Sint Jansteen. Ook zitten er eekhoorns in die bossen. Dat is ook on-Zeeuws!" Het waterwingebied Sint Jansteen bevindt zich precies op de overgang van zand uit het Pleistoceen naar klei. In een dergelijk overgangsgebied gedijen bijzondere plantensoorten. Dat weet Chiel Jacobusse als geen ander: "Er groeien in het zandgebied van Zeeuws-Vlaanderen planten als de vlottende bies. het ondergedoken moerasscherm en moerasherts- hooi. Plantensoorten die typerend zijn voor voedselarm water. Ook zijn er op de uitlopers van de oude zandgronden spontaan heideveldjes ontstaan. Nog een voorbeeld van de grote rijkdom: in oktober van het vorige jaar hebben we op één dag 200 soorten paddestoelen gevonden in dit gebied. Steeds weer vonden we nieuwe soorten. Dat heeft te maken met de bijzondere inrichting van het landschap en met de overgang van twee bodemtypen." Het aangelegde bos bii Sint Jansteen. Grote bremraap is een zeldzame parasitaire plant die bibrem groeit. Boomklever. bij de rijke boeren van Hulst gingen werken of vertrokken voor seizoens- werk in de nieuwe Noordoostpolder. De boertjes die hun grond aan de maatschappij verkochten, gingen er ook wel werken en groeven dan sleuven voor waterleidingbuizen. Dat was puur handwerk en de sterke vlasboeren waren geschikte gravers. Bos was er toen nog niet. Staatsbosbeheer is beginjaren vijftig begonnen met bosaanplant." In 1975 kwam Gerrit Blaauwendraat in dienst van het Evides waterbedrijf en de ruilverkaveling van Kieldrecht was destijds in volle gang. Losse stukken van het terrein werden uitgeruild en volgens plan had het ZeeuwsLandschap 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2008 | | pagina 11