betekenen van al die zeldzame planten. Ze zullen zich dankzij de begrazing nog lang kunnen hand haven en het streven is dat dit deel van het gebied zich nooit tot bos zal ontwikkelen. Plaatselijk wordt het begrazingsbeheer aangevuld met driejaarlijks maaien van kruipwilg en duindoorn omdat het vee toch niet helemaal tegen de opmars van deze soorten bestand is. Dit geldt echter niet voor het overgrote deel van de Slikken van de Heen'. Tegen Sint Philipsland aan ligt 200 hectare voormalig schor. Het gebied is hier minder zandig en voornamelijk door slibrijk sediment gevormd. De bodem is ter plaatse voedselrijker en de vegetatie die hier voorkomt is wat minder spectaculair. De begra- zingsdruk is hier lager, waardoor het beheer plaatselijk wel verdere ontwikkelingen in de richting van bos en struweel toelaat. De broed- vogels illustreren de ontwikkeling van deze successie mooi. Zo zitten er hier geen grutto's, veldleeuweriken en graspiepers meer, zoals nog wel op de Beukelenberg, maar er zitten de laatste jaren boompiepers, soorten van half open terreinen en er werden enkele honderden struikzangers als broedpaar vastgesteld, met onder andere soorten als roodborsttapuit, fitis en tuinfluiter. Het zijn zangvo gels van bosschages met veel insek- ten. want dat is hun voedsel. De wilgenstruwelen voorzien daar ruim schoots in. De al wat verder ontwik kelde struwelen beginnen op bosjes te lijken met hier en daar een kleine boom. Hier houden zich soorten op als roodborst, winterkoning en grote bonte specht. Het gehele gebied is doorsneden door tal van oude geulresten waarin veel water vogels broeden als slobeend, krakeend, fuut en meerkoetSteile geulwanden zijn goed voor broed- vogels als oeverzwaluwen en ijsvogels. Kale eilanden Daarnaast zijn er nog eilanden die bijna allemaal van elkaar verschillen qua ontwikkeling, deels gestuurd door de vorm van beheer. Enkelen worden begraasd door geiten, anderen liggen zo in opengebied dat er nauwelijks struweel ontwikkelt zodat ze van nature min of meer kaal blijven. Op de kale eilanden broeden kustbroedvogels als kokmeeuwen en zilvermeeuwen, maar ook storm- meeuwen, visdieven, scholeksters en kluten. Soorten die niet alleen gebruik maken van de kale bodems maar ook van het voedsel dat te vinden is in het zoute getijdewater aan de andere zijde van de dam. Andere eilanden raken wel begroeid met bos en struweel en daar zijn lepelaars en aalscholvers als broed- vogel te vinden. Aalscholvers foera- geren juist weer graag in het ondiepe stilstaande water van het Krammer- Volkerak wat hen voorziet van vol doende vis en voor lepelaars maakt het niet uit dat ze een eindje moeten vliegen. Ze worden zelfs foeragerend in de Yerseke Moer waargenomen tijdens het broedseizoen. Lepelaar en zeearend Dat wat de lepelaar aantrekt in deze omgeving is de rust en de moeilijke bereikbaarheid van de eilanden wat ze veiligheid biedt tegen vijanden als vossen en bunzingen. Er zijn ook eilanden die nog een stadium verder zijn, daar staan al volwassen bomen. Groot genoeg blijkbaar voor het nestelen van een bosvogel als de havik, die hier ieder jaar zijn territorium kiest. Er is dan ook voldoende prooi te vinden met die grote aantallen watervogels in het gebied. Dat geeft hoop voor de toekomst. De ontwik keling van dit gebied met bijhorende soorten lijkt namelijk veel op dat van bijvoorbeeld het roemruchte gebied van de Oostvaardersplassen in Flevoland. Dat is een populair gebied voor mensen die graag vogelskijken. Men komt van heinde en verre af op de enorme vogelrijkdom. Toch bevinden zich in het Krammer-Volkerak veelal dezelfde vogels. Alleen de Zeearend mist nog als broedvogel. Deze vogel is kenmerkend voor een gebied dat echt tot aan zijn climaxsytadium ontwikkeld is. Ooit zal het ook in het Krammer-Volkerak wel zover komen. In het najaar zijn de zeearend en de visarend geregelde gasten en het gebied is rijk genoeg aan prooien om er de jongen groot te brengen. Het wachten is op een echte boom. Wannes Castelijns. medewerker ecologie en kwaliteitszorg bij Stichting Het Zeeuwse Landschap Moeraswespenorchis. a Lepelaar. ZeeuwsLandschap 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2008 | | pagina 17