,;&ïN
bruikte als jachtgebied. Wij hebben
het kunnen aankopen met financiële
bijdragen van de Provincie, het
ministerie van LNV en eigen vermo
gen verkregen uit een groot legaat.
Heel symbolisch hebben wij toen
aan een tafeltje middenin 't schor
bij de notaris de stukken getekend.
Een aantal jaren later kwam de rest
van dit belangrijke wetland ook in
beheer bij de Stichting. Ik heb veel
met Saeftinghe. Zo heeft Zeeland er
zo'n duizend jaar geleden uitgezien.
De grootheid van het gebied....
uitzonderlijk voor Nederland!'
Behalve de toename van het areaal
aan natuurgebieden in beheer bij
de Stichting, van 6.000 naar 8.500
hectare, was er in twintig jaar tijd
ook sprake van een flinke groei van
het aantal donateurs. Kostense:
'We deden op allerlei manieren
aan promotie. We zetten bijvoor
beeld paginagrote advertenties in
de Provinciale Zeeuwse Courant.
Er was 'n serieuze toename van
belangstelling voor de natuur bij
de Zeeuwen. Dat merkten wij aan
het groeiend aantal deelnemers aan
excursies in de natuurterreinen. In
de praktijk laten zien watje doet.
Dat leverde veel nieuwe donateurs
op.' Gedurende de zittingsperiode
van Kostense groeide het aantal
donateurs van 7.000 naar 11.500.
Steun vanuit bedrijfsleven
Tijdens de zittingsperiode van
Kostense heeft de Stichting zeker
geprofiteerd van het uitgebreide net
werk van haar voorzitter. Zo heeft
Kostense weten te bewerkstelligen
dat het chemieconcern Dow
Chemical in Terneuzen een structu
rele sponsor werd van Het Zeeuwse
Landschap. 'Dow Chemical was
een van de eerste bedrijven in
Nederland dat zich bewust bezig
hield met de streek waarin hun
medewerkers wonen en hun fabrie
ken staan', legt Kostense uit die zelf
onder de 'rook'van de fabriek aan de
Westerschelde woont, 'Dow draait
al veertig jaar en ik was gevraagd
een buurtklankbordgroep op te
richten. Daar is uit voortgevloeid
dat Dow de natuurgebieden de
Hooge Platen in de Westerschelde,
het Paulinaschor bij Biervliet en het
Verdronken Land van Saeftinghe is
gaan sponsoren. Dat doet het bedrijf
tot op de dag van vandaag.'
Toekomst
Hoe ziet de scheidende voorzitter de
toekomst? Uit het antwoord op die
vraag blijkt al dat het werk nog niet
klaar is. Kostense: 'Ik zou graag
zien dat het volledige natuurbeleids
plan wordt uitgevoerd. Ook is
uitbreiding van de zorg voor
cultuurhistorische waarden in het
landschap van belang. De Stichting
heeft meer dan de helft Zeeuwse
vliedbergen in beheer. Waardevolle
gebouwen met bijbehorende land-
bouwpercelen. het zogenaamde
'rode' erfgoed, zou ik daar graag
aan toe willen voegen. Met de aan
koop van de boerderij van Adri van
der Meulen is daarmee al een begin
gemaakt. Daar zal deels landbouw
bedreven worden met behoud van
de typische flora en fauna. Zoals ik
dat noem: de grond exploiteren
op een veldleeuwerikvriendelijke
manier. Ook zou de Stichting zich
meer bezig moeten houden met
natuurwetenschappelijk onderzoek.
De uitgave van de serie 'Fauna
Zeelandica' is een goede start.
Ik heb dat altijd mooi gevonden:
vrijwilligers die veldwerk doen
onder regie van wetenschappers
van Het Zeeuwse Landschap.
Die natuurstudiegroepen leveren
een schat aan gegevens op.
Icoon van het platteland
In de herinnering van Kostense
speelt de veldleeuwerik een grote rol.
De vogel broedt niet meer zo graag
in Zeeland en is een soort icoon
geworden van wat verloren ging
en terug gewonnen moet worden.
Kostense: 'Er zijn steeds veranderin
gen in de leefomgeving waaraan je
moet wennen. Iedereen heeft de
neiging zijn jeugdherinneringen als
referentiekader te gebruiken. Zo
herinner ik mij de zinderend warme
zomers met wolkenluchten en het
geluid van leeuweriken in het veld.
Ik heb wel begrip voor boeren die het
land intensief en efficiënt moeten
bewerken. Dat kan niet anders.
Maar, naast de landbouw moet er
ruimte blijven voor natuurwaarden,
zoals een broedende veldleeuwerik.'
Gees R Gmelich Meijling - van Hemen,
eindredacteur van dit tijdschrift.
Schapen van de familie
Kostense in het weiland
onder de eikenbomen.
ZeeuwsLandschap 9