Mistnet onder viaduct om meervleermuizen te Auto's met antennes voor de telemetrieiacht op meervleermuizen. Zendertie Het was overigens helemaal geen eenvoudige klus om Jan te vangen. Omdat de meervleermuis graag boven water jaagt, hingen we mist- netten op verschillende plaatsen onder viaducten. De vleermuizen vliegen daar gewoonlijk onderdoor. De netten zijn zo ragfijn dat een deel van de passerende dieren ze niet opmerkt en erin terecht komt. Bij de Axelse kreek is het na een aantal vangnachten prijs. Onze Jan weet de netten niet te ontwijken, is de klos en krijgt een zendertje op zijn rug. Na het vrijlaten vliegt Jan eerst naar een populierenbosje, rust even uit in de Watertoren en vliegt dezelfde nacht nog naar de Maassingel in Terneuzen. De tele- metrie blijkt nauwkeurig genoeg om tot in detail waarnemingen te kunnen doen. Zo weten we nu hoelang Jan boven water vliegt en waar hij boven land jaagt. Bij Terneuzen blijkt het dier vooral langs bosjes en veldjes langs de westoever van de Otheense kreek tejagen. Bij de kinderboerderij (waar hij 21 minuten verblijft) rust hij tenminste 5 minuten uit. hangend aan een populier. We leren gedurende vier lange nachten een hoop bij over zijn.gedrag. Jan houdt niet van fel licht. Als je met de autolampen iets te dichtbij komt is hij gelijk vertrokken. Het sluizen- complex is zo'n zee van licht dat dit een blokkade vormt om vanaf het Kanaal naar de Schelde te vliegen. Wanneer we dicht bij het dier zijn, kunnen we ook nog de batdetector inzetten, waarmee we de geluiden kunnen opvangen die Jan zelf maakt. Als Jan dan rakelings over ons heen vliegt is kippenvel voel baar. Je krijgt een band met zo'n dier, waarvan je eerst zelfs de hart slag hebt kunnen voelen. Watervleermuizen Na een aantal vangnachten heb ben we steeds alleen nog maar vleermuis Jan. Er is dringend behoefte aan meer informatie. Gegevens van andere meervleer muizen. Zodoende wordt besloten om op weer andere plaatsen te gaan vangen. Bij Oostburg wordt zowel bij het Groote gat als bij de Sophiapolder gevangen. Ik mag helpen bij de faunapassage in de Sophiapolder. Netten ophangen, waadpak aan en zo sta je tezamen met de Mexicaanse studente Tania drie uur lang in het water onder de brug, om steeds zo snel mogelijk de vleermuizen uit de netten te bevrij den. De spreektaal is Engels en het is een werkje waarbij je superge concentreerd moet zijn. We werken in het donker, want licht zou de die ren afschrikken. Alleen als er een vleermuis in de netten hangt gaan de lampen aan. Na een poos wordt het in het water toch wat koud. Zeker als je naar zo'n spartelend beest toesnelt en er een golfje water in je pak terecht komt. Steeds zijn het watervleer muizen die we vangen. Hoewel het niet de voornaamste soort is die we zoeken, wordt ook naar deze wat kleinere verwant onderzoek gedaan. De dieren worden opge meten, gewogen, gesekst en weer vrijgelaten, door een ploeg vrijwil ligers die op het droge zit. Ook de leeftijd en de gezondheid van de dieren wordt beschreven. Als je met een zaklamp door de vlieghuid van de vleugels schijnt, zie je of het dier last heeft van mijten. Het lijkt dan wel op rönt genfotografie wantje ziet dwars door de huid heen ook prachtig alle botjes en gewrichten. Aan de mate van uitgroeien van die botjes, maar ook aan de scherpte van het gebit kan je de leeftijd afleiden. Af en toe zijn we er niet snel genoeg bij en valt een vleermuis uit het net op het water. Maar ze heten niet voor niets watervleermuis. Hoe ze vanaf het water opvliegen is mooi om te zien.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2008 | | pagina 12