Beheerplan Saeftinghe Het in het oostelijk deel van de Westerschelde gelegen Verdronken Land van Saeftinghe behoort tot de belangrijkste natuurgebieden van Nederland. Het is het grootste gebied dat Stichting Het Zeeuwse Landschap in beheer heeft; zo'n 3.560 ha aan schorren, slikken en kreken. Onlangs heeft de Stichting een nieuw beheerplan voor Saeftinghe vastgesteld. Een verslag van tien jaar ontwikkeling in een voor Nederland uniek natuurgebied. ©srtfeMa HM) m ikmstafc schor-erosie in Saeftinghe doordat een hoofdgeul zich verlegt. Voor elk natuurgebied dat Het Zeeuwse Landschap in beheer heeft is een beheerplan opgesteld voor twaalf jaar. Het eerste deel van een beheerplan bestaat uit een uitgewerk te inventarisatie van de ontstaansge schiedenis en de natuurkenmerken van het gebied. Daarnaast evalueert het plan het gevoerde beheer van I de afgelopen jaren. Het tweede deel i omvat de beheerplanning voor de komendejaren. Voor Saeftinghe gaat het om het 'klassieke' natuurbeheer, het vei lig stellen en ontwikkelen van de natuur- en landschapswaarden van het gebied en om recreatiebeheer. Wat het laatste betreft beheert de Stichting een bezoekerscentrum bij Saeftinghe en vinden er het jaarrond drukbezochte veldexcursies met een gids plaats. Daarnaast betekent goed beheer, zeker voor een gebied als Saeftinghe, tijd en aandacht voor natuuronderzoek. Onderzoek Behalve het monitoringsonderzoek in Saeftinghe door de Stichting zelf, doen ook Rijkswaterstaat en de uni versiteiten van Antwerpen en Gent er onderzoek. Ook een groep vogelaars van de regionale natuurvereniging De Steltkluut voert hier al jaren op professionele wijze onderzoek uit. De resultaten van deze activiteiten geven een goed beeld van de ontwikkelin gen in het gebied. Geulen, slikken, schorren Letterlijk en figuurlijk wordt de basis voor de Saeftinghe-natuur gevormd door de getijdewerking van de Schelde en het hiermee samenhan gende dynamische krekenpatroon, de aangroei en erosie van slikken en de ontwikkeling van schorvegetatie. De slikken vormen het eigenlijke intergetijde-gebied en liggen beneden de gemiddelde hoogwaterlijn. De met hogere planten begroeide schorren liggen gedeeltelijk boven de gemid delde hoogwaterlijn en de hoogste gedeelten gaan alleen onder bij springvloed. De totale oppervlakte aan slikken en schorren in Saeftinghe is sinds 1935 nauwelijks veranderd. Wel is in die tijd de oppervlakte schor sterk toegenomen, van zo'n 1.530 ha tot thans zo'n 2.060 ha, ten koste van de oppervlakte slik. Vooral tot ongeveer 1965 vond er een sterke schoruit breiding plaats. Daarna breidde die oppervlakte niet veel meer uit. De afgelopen decennia vonden echter wel omvangrijke veranderingen bin nen de schorgedeelten plaats, doordat Saeftinghe door sedimentatie, de afzetting van zand- en slibdeeltjes, flink ophoogde. Tussen 1992 en 2004 hoogde het gebied gemiddeld 11 cm op. De mate van sedimentatie - schorontwikkeling - verschilt echter aanzienlijk binnen Saeftinghe. Zo slaat de laatste jaren de schorrand in het oostelijk deel enkele nieters per jaar af en breidt laag gelegen, primair schor zich aan de westelijke rand jaarlijks meters uit. Ook vindt er binnen het gebied plaatselijk schor uitbreiding plaats, doordat de brede hoofdgeulen de afgelopen decennia ondieper geworden zijn. Daardoor worden bepaalde gedeelten van deze 8 ZeeuwsLandschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2008 | | pagina 8