—f»""1" - -J) wt».-
,_2"
.'s AV, -t fy w i
Excursie door schorren-
-« gebied Saeftinghe.
geulen gekoloniseerd door schorve
getatie.
Overigens is de snelheid van ver
zanding van de hoofdgeulen na
1998 sterk afgenomen, omdat in dat
jaar gestopt werd met het frequent
storten van baggerspecie vlak voor
Saeftinghe.
Sliikgras, zeebies, riet
Saeftinghe is aan het verlanden,
het gebied wordt hoger en zoeter.
Zo bedekte de pionier zoutplant
slijkgras rond 1970 nog zo'n 400 ha
van Saeftinghe, en in 2004 ongeveer
40 ha. In dezelfde periode nam de
bedekking van de zeebies. kenmer
kend voor een licht brak milieu, toe
van zo'n 210 ha tot 760 ha. Eveneens
is de oppervlakte bedekt door riet de
afgelopen decennia flink toegenomen,
tot thans zo'n 90 ha.
Met het hoger worden van Saeftinghe
nam de overspoelingsfrequentie af en
verloopt het verlandingsproces lang
zamer; het gebied verkeert momenteel
in een min of meer stabiele fase.
Misschien dat op langere termijn
op de hoogste delen een volgend
stadium van de vegetatiesuccessie
tot ontwikkeling komt, zoals de vesti
ging van struik- en boomsoorten.
Begrazing
Naarmate een bepaald schorgedeelte
hoger komt te liggen, verandert in
de loop van jaren de samenstelling
van de vegetatie. Op de laagste deel
vormt zeekraal de pionier-plant, en
op de hoogste delen, die minder over
spoeld worden en waar het grond
water in de wortelzone al redelijk
zoet geworden is. domineren soorten
als zeebies, strandkweek of riet. De
laatst genoemde soorten kunnen erg
dominant worden, waardoor over
tientallen ha s het landschapsbeeld
bepaald wordt door een uniforme
vegetatie. Ter wille van een meer
gevarieerde schorvegetatie, en
daardoor ook vogel-fauna, wordt in
ongeveer een kwart van Saeftinghe
een begrazingsbeheer toegepast. In
het verleden vond dat plaats met
schaapskudden. Vanwege bedrijfs
economische belangen gebeurt dit
vanaf 1996 met runderbegrazing.
Het huidige begrazingsbeheer blijkt
succesvol te zijn. In de begraasde
gebieden is sprake van een meer
soortenrijke graslandvegetatie en
verruiging door riet of strandkweek
worden tegengegaan. Minder alge
mene zoutplanten als dunstaart, zilte
zegge en selderij komen hier voor.
Voor de komende jaren wordt ingezet
op vergroting van het te beweiden
gebied.
Broedvogels
Saeftinghe, met biotopen die
variëren van kaal slik tot uitge
strekte, moerassige graslanden en
omvangrijke rietvelden doorsneden
door kreken, beschikt over een
enorme vogelrijkdom. De aantallen
broedvogels op de laagste schor
gedeelten zijn van nature beperkt,
vanwege de grote kans van over
stroming van nesten. Visdieven
lukt het wel om in de westelijke
buitenrand van het schor te broe
den, vaak door een nest te maken
bovenop een dikke aanspoelselrand
van afgestorven schorplanten. De
laatste jaren broeden hier 300 -
500 paar visdieven.
Westerschelde
.(jjyS cj^: pi
<- "V- -
fSu. .^77' iM ,r v 1
Basiskaart van het
Verdronken Land van
Saeftinghe.
Zeeuws Landschap