tlllfc
plaren iedere keer weer terugvangt in
dezelfde vallen. Kennelijk apprecië
ren sommige dieren de valletjes meer
dan hun eigen holen, wat we in vak
termen trap happiness' noemen.
Zoogdierkamp
Dit muizenonderzoek in de duin
strook maakt deel uit van het zoog
dier inventarisatieweekend, dat de
Zoogdier Werkgroep Zeeland ieder
najaar organiseert. Deze keer heb
ben we ons kampement opgeslagen
op het terrein van het pompstation
in het uitgestrekte natuurgebied
Oranjezon. Naast het onderzoek in
de duinen worden ook de Noord-
Bevelandse inlagen onderzocht.
Tijdens zo'n kamp sluit zich ook
altijd een aantal mensen van de
Veldwerkgroep van de Landelijke
Zoogdier Vereniging aan. Het zijn
doorgaans zeer ervaren en gedreven
vrijwilligers. Meestal zijn er zo'n 12
onderzoekers aanwezig. Er wordt een
heel programma afgewerkt.
Driemaal daags worden er vele hon
derden muizenvallen gecontroleerd.
Daarnaast gaan er 's nachts ook
nog groepjes onderzoekers op pad
om vleermuizen te inventariseren.
Anderen bezoeken kerkzolders op
zoek naar vleermuizen of zoeken boe
renschuren af naar braakballen van
uilen. Uit de schedeltjes die daarin
zitten kun je immers afleiden welke
muizensoorten de uilen gegeten heb
ben. Alle onderzoekmethodes samen
leveren een enorme schat aan zoog-
diergegevens op.
WÊ H*
émswsL i#6
Noordse woelmuis
De belangrijkste soort waar dit
weekend naar gezocht wordt is de
noordse woelmuis. Het is een soort
waarop we in Zeeland tegelijkertijd
trots en zuinig moeten zijn, want
het is een endemische ondersoort in
Nederland. Dat betekent dat dit dier
in deze vorm alleen in Nederland
voorkomt. Daarom heeft de soort de
hoogste bescherming gekregen die er
bestaat. De soort is opgenomen in de
Habitatrichtlijn. Toen na de laatste
ijstijd, ruim 10.000 jaar geleden,
het klimaat warmer werd. trokken
alle Arctische dieren en planten zich
terug naar het noorden. Ook de
noordse woelmuis trok de mammoet
achterna, maar in Nederland bleven
enkele geïsoleerde populaties achter.
Door deze isolatie vervreemde het
dier van de andere noordse woelmui-
zen en ontwikkelde ze zich geleidelijk
Grootoorvleermuis.
Foto Chiel Jacobusse.
aan tot de aparte vorm die ze nu is.
Het is een muis die uitstekend zwemt
en beter dan zijn naaste verwanten
(aardmuis en veldmuis) bestand is
tegen sterk wisselende waterstanden.
Hij zwemt als het moet wel ander
halve kilometer ver tot hij weer vaste
grond onder de voeten heeft. Na het
weer droogvallen van ondergelopen
gebieden is de zwemkampioen dan
ook zo weer terug. Zeeland was dus
vroeger een uitstekende leefplek,
want met al die eilanden die er van
oudsher waren, was deze soort sterk
in het voordeel ten opzichte van de
nauw verwante andere muizensoor
ten. Schor na schor werd echter inge
polderd en tot overmaat van ellende
werden alle voormalige eilanden ook
nog door allerlei dammen met elkaar
verbonden. Handig voor de over
snelwegen voortrazende mens, maar
catastrofaal voor de noordse woel-
Een dwergmuis met z'n
opvallende staart.
Foto Chiel Jacobusse.
ZeeuwsLandschap 5