muis. Die zag zijn grootste vijanden
plotseling eenvoudigweg zijn leefge
bied binnendringen. De aardmuis en
veldmuis zijn inmiddels bijna overal
aanwezig en deze dieren weten onze
Arctische muis snel te verdrijven. De
noordse woelmuis is nu in Zeeland
in de meeste gebieden helaas uiterst
zeldzaam geworden. Op Noord-
Beveland werd er zelfs speciaal een
reservaat voor gerealiseerd. Maar
ook daar hield de soort geen stand.
Nu wil iedereen natuurlijk graag
weten of de noordse woelmuis inmid
dels van heel het eiland verdwenen
is. Daarom worden tijdens het zoog
dierkamp op de meest kansrijke loca
ties inloopvallen in het veld gezet.
Onderzoek in een oer-
landschap
In de inlagen aan de noordrand van
Noord-Beveland zoeken we de natste
moerassen op. Tijdens ons bezoek
wordt het landschap bepaald door
eindeloze rietvelden en mistbanken.
Langs de randen van de moerassen
zijn hele pakketten van veenmossen
aanwezig. Als je daar op stapt, zakje
er soms wel een halve meter in weg.
Het spul veert achter je ook zo weer
terug. Dichter naar de waterkant
wordt de moerasvegetatie steeds
hoger. Even later soppen we door uit
gestrekte rietvelden. Het riet torent
een meter boven ons uit. We voelen
ons opgesloten want zonder uitzicht
kun je er gemakkelijk verdwalen.
Dan komen de zilverpapiertjes weer
handig van pas. Er staat een flinke
laag water en onze laarzen zuigen
regelmatig vast in de modder. Het
is een soort oerlandschap waarin je
je als mens haast wat onveilig voelt.
Kunnen in dit moeras nog wel mui
zen leven? Het blijkt van wel want
enkele dagen en vele controlerondes
later blijken hier de eveneens zeld
zame waterspitsmuis en dwergmuis
voor te komen. Beide vangsten zijn
goed te verklaren. De waterspitsmuis
vangt zijn voedsel al zwemmend
onder water en de dwergmuis klimt
als een aapje van rietstengel naar
rietstengel, daarbij zijn staart als
handige grijparm gebruikend. De
dwergmuis hoeft daardoor lange tijd
niet op de grond te komen. Maai
de gezochte noordse woelmuis is
niet van de partij. Nadat tijdens
eerdere inventarisatie weekenden
op Tholen, en Zuid-Beveland (het
hele Schengegebied), deze zeldzame
endeem al niet meer kon worden
teruggevonden, lijkt de soort nu dus
ook op Noord-Beveland onvindbaar.
Is het dier hier nu echt weg? Als de
achteruitgang in ditzelfde tempo
blijft doorgaan zal het niet lang meer
duren voordat de noordse woelmuis
uit heel Zuidwest Nederland zal zijn
verdwenen.
Een Zeeuwse zoogdier
atlas
De vrijwilligers van de zoogdier
werkgroep hebben de laatste 10
jaar vele honderden nachten in het
veld doorgebracht om zoogdieren te
inventariseren. Daarnaast is op veel
andere manieren onderzoek gedaan.
Bijvoorbeeld door systematisch alle
bekende winterverblijven en kraam-
populaties van vleermuizen te tellen.
Zo is er inmiddels een mooi bestand
opgebouwd waarin ruim honderd
duizend gegevens zitten. Het zou
prachtig zijn de gegevens voor een
breed publiek toegankelijk te maken.
Daarom is besloten een Zeeuwse
zoogdieratlas te maken, met ver
spreidingskaartjes van alle soorten.
Iedereen kan dan zien welke soorten
in zijn eigen woonomgeving aan
wezig zijn. Dit boek zal uitgegeven
worden in de serie Fauna Zeelandica,
door de Zoogdier Werkgroep
Zeeland in samenwerking met Het
Zeeuwse Landschap. Het schrijfwerk
is inmiddels in volle gang, de publi
catie wordt eind 2009 verwacht.
Wie weet beschikt u zelf ook waarne
mingen van zoogdieren? Die kunnen
in dat geval opgenomen worden, als
u ons de gegevens tenminste snel
toestuurt. Alle waarnemingsgege-
vens tot eind 2008 worden opgeno
men. We willen tenminste weten:
welke soort was waar aanwezig,
hoeveel exemplaren, in welk kilo
meterhok (Amersfoort coördinaten
of anders adres met postcode) en op
welke datum. Desgewenst kunnen
we u een invoerbestand toesturen.
De gegevens kunnen worden toege
stuurd aan j pbekker(ffizeelandnet. n 1
Luciën Calle is lid van de Zoogdier
Werkgroep Zeeland en medewer
ker van Stichting het Zeeuwse
Landschap