havenplateau met zijn klinkerbe
strating. Aan de andere kant. aan de
westzijde van het havenhoofd, loopt
een getijdengeul naar de dijk toe,
naar een klein afwateringssluisje. In
die getijdengeul zijn nog een enkel
steigertje en wat meerpalen te zien,
die nog wel eens gebruikt worden
door een verdwaalde watersporter.
Het oude havenhoofd is behalve
een mooi uitzichtpunt een kleine
cultuurhistorische bezienswaardig
heid op zich. Het is in het begin
van de 20e eeuw versterkt met een
Muraltmuurtje. en in de glooiing
aan het uiteinde ligt ook nog een
gedenksteen uit dezelfde periode.
Voor de liefhebber van dit soort
plekken is ook het oude land-
bouwhaventje de Oesterput aan
de Noord-Bevelandse kust tussen
Wissenkerke en Colijnsplaat een
echte aanrader. Ook weer zon
plek waar een weids uitzicht op de
Oosterschelde en locale cultuurhis
torie samen iets heel moois ople
veren. Het haventje wordt beschut
door een westelijke en een oostelijke
havendam. De westelijke havendam
is bijzonder omdat het een restant
is van de oude zeedijk die hier lag
tot de dijkval van 1881. Achter de
toen deels weggezakte dijk werd een
inlaagdijk gelegd, waardoor er een
beschut baaitje ontstond, dat tot het
einde van de 19e eeuw in gebruik
was als oesterput. In 1889 kreeg het
gebiedje een functie als landbouw-
haven. Er werd een havengeul in
uitgebaggerd en een loskade aange
legd. Inmiddels is het al weer lang
geleden dat het laatste schip geladen
met Noord-Bevelandse suikerbie
ten de haven verliet. De havenkom
is flink opgeslibd, en grotendeels
overgroeid met schorvegetatie. De
drukte van de 19e eeuw heeft hier
in de 20e eeuw plaats gemaakt voor
stilte. Het tegenovergestelde van
wat meestal is gebeurd!
Het overzicht
Voor wie belangstelling heeft voor
cultuurhistorie, is er nog heel veel
meer te zien langs de Zeeuwse
dijken. In 2008 is er een uitgebreid
rapport verschenen over alle histori
sche relicten langs de Oosterschelde
dijken, zodat we voor dit gebied een
uitstekend overzicht hebben van wat
er nog is, en in welke toestand het
verkeert. Het rapport is opgesteld
in opdracht van het projectbureau
Zeeweringen, een samenwerkings
verband van Rijkswaterstaat en
aan de Zandkreek. Nu een verstild
plekje waar maar weinigen komen,
maar ooit een levendig getijdenha-
ventje, aangelegd tegen de in 1853
bedijkte Leendert Abrahampolder.
Het raakte in 1960 na de afdam
ming van de Zandkreek in onbruik.
De nog zeer goed herkenbare resten
hebben de charme van het verval
dat met de tijd komt en dat zo'n
fraai landschapsbeeld oplevert.
Schilderachtig is ook het getijha
ventje van Rattekaai, noordelijk
van Rilland, aan de Oosterschelde.
Het haventje is ingebed in een groot
schorgebied. Het haventje bestaat
eigenlijk uit twee delen, geschei
den door een havenhoofd. Aan de
oostkant ligt het oorspronkelijke
landbouwhaventje, aangelegd na de
bedijking van de Eerste Bathpolder
in 1856. De oude havenkom is nog
goed zichtbaar, evenals het oude