En brak dan? Nu toch weer terug naar de gemid delde boerensloot. Mijn vader zei altijd dat VROEGER het water in de Poel bij Goes zó helder was dat je de bodem kon zien, met salaman ders die er overheen liepen. Helaas heeft hij niet goed genoeg opgelet om waar te nemen of er ook libellen overheen vlogen. Het zou mij niet verbaasd hebben, want in die tijd waren de sloten in elk geval ook veel rijker aan waterplanten dan nu. De brede waterpest was erg algemeen. Dat was een nieuwe plantensoort uit Amerika die een ware plaag vormde. Foto Rienk Geene. Uitsluipende platbuik. Het zou mooi zijn te kunnen verifi ëren of de Zeeuwse brakke natuur in die tijd wellicht wel geschikt was voor libellen, maar helaas hebben we er geen gerapporteerde waarne mingen van. Wel zijn er meldingen vanuit den vreemde die deze optie ondersteunen. Zo komen diverse libellensoorten in Zuid-Frankrijk in flink brak water voor. In algemene zin geldt dat het aantal plant- en diersoorten in brak water beperkter is dan in zoet water. Toch zijn er ook insectensoorten die juist een voorkeur hebben voor brak. a Foto Chiel Jacobusse. Grote keizerlibel bezig met de eiafzet in het water. Foto Chiel Jacobusse. Kleine roodoogjuffer bezig met uitsluipen. In dit geval geldt dat voedselarme wateren met veel waterplanten, zoals tuinvijvers, positief scoren. Ze onderscheiden zich daarmee van veel sloten in landbouwgebieden die voedselrijk zijn en mede daardoor vooral veel algen in plaats van waterplanten herbergen. Daarmee wordt het positieve effect van de zoetere sloten op de libellenpopulatie dus weer een stuk minder zeker. Wat wel zeker is, is dat voedselarme wateren in Zeeland, zoals duinpias sen en dergelijke, zich het best lenen voor het spotten van libellen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2009 | | pagina 16