Foto Chiel Jacobusse. Net uitgeslopen platbuik hangt te drogen in de oevervegetatie. Denk bijvoorbeeld aan de malaria mug, die in Nederland, tot ongeveer 1930, de 'andere daagse koorts' overbracht. Deze soort heeft een duidelijke voorkeur voor brakwater. In het proefschrift van Henk van der Hammen las ik de stelling dat de terugdringing van malaria in Noord-Holland direct gerelateerd was aan de aanleg van de afsluit dijk. Door de zoete omstandigheden in het IJsselmeer in plaats van de zilte van de Zuiderzee verloor de malariamug er zijn voornaamste voortplantingsgebied en werden de Noord-Hollanders bevrijd van de malaria. Geen drastische fluctuaties Zoet water heeft dus de voorkeur van libellen, maar een beetje brak hoeft niet onoverkomelijk te zijn. Wat in elk geval desastreus is. is wanneer de zoutconcentraties sterk fluctueren. In delen van Goeree- Overflakkee bestaat een waterre gime waarin 's zomers ten behoeve van de landbouw veel zoet water wordt ingelaten. De omstandighe den worden dan kunstmatig zoet gemaakt. In de winter wordt dat doorspoelen nagelaten en zijn de sloten brak, omdat er veel zout uit de bodem oplost in het polderwater. De verschillen in zoutgehalte tus sen zomer en winter zijn enorm. Dergelijke extreem onnatuurlijke omstandigheden overleeft bijna geen enkele soort. Wel zijn hier in de zomer allerhande zoetwaterorga nismen te vinden, die in de winter een ander plekje moeten zoeken of anders creperen. Libellenlarven als indicator De aanwezigheid van libellenlarven wordt door ecologen als indicator gebruikt om de stabiliteit van het watermilieu aan af te meten. Mogelijk hebben libellenlarven ook een indicatieve waarde voor de waterkwaliteit met betrekking tot bestrijdingsmiddelen, maar daarover is nu nog weinig bekend. Aandacht voor het al dan niet voor komen van deze larven in bepaalde typen wateren is interessant en zinvol. Het zou mooi zijn als stichting Het Zeeuwse Landschap ergens in zijn beheergebieden een brakwatersysteem zodanig zou beheren dat het water hel der werd en de (chemische) vervuilin gen worden teruggedrongen. Zo n plek zou zich perfect lenen voor monitoring van de ontwikkelingen van libellenlar ven. Het zou de gedachte dat schoon helder brak water met waterplanten een leefomgeving kan zijn voor libellen en andere insecten, kunnen onderbouwen. De heer drs. M. Geene is aquatisch ecoloog en heeft een eigen ecologisch adviesbureau. Foto Rienk Geene. Larve van een viervlek. ZeeuwsLandschap 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2009 | | pagina 17