oostelijke sapzweefvlieg deimensapzweefvlieg bloedrode bladloper korte bladloper pluimwoudzwever populierenwoudzwever hommelwoudzwever donkere wespvlieg echte wespvlieg grote gouden bladloper gevlekte gouden bladloper Brachyopa pilosa Brachyopa testacea Brachypalpoides lentus Chalcosyrphus nemorum Criorhina floccosa Criorhina pachymera Criorhina ranunculi Temnostoma bombylans Temnostoma vespiforme Xylota sylvarum Xylota xanthocnema X X X X X X X X X X X X X X X X X X Totaal nest in de bodem. De bodem trekt ook specifieke vegetatie aan, die op zijn beurt insecten lokt, zoals deze zweefvliegen. De bodem biedt dus kansen aan bijzondere soorten orga nismen in de waterwingebieden. Toch is het op het eerste gezicht opmerkelijk dat zoveel soorten in de waterwingebieden aanwezig zijn, omdat in de houtopstanden weinig dood hout te vinden is. De verkla ring is dat de vliegen hun thuis vinden op de vele stukken doodhout en boomwonden van de imposante lanen die het gebied rijk is. Vooral Sint Jansteen heeft vele lanen en boomrijen met oude eiken en beu ken. Deze bomen zijn zo'n 100 jaar oud en ze 'mankeren' allemaal wel wat. De één heeft een rottingsholte in de stam, een tweede lekt vocht uit een wond en een derde draagt een rotte tak. Dit zijn de plekken waar deze zweefvliegen te vinden zijn. Het soortenaantal per gebied illu streert het verband: Sint Jansteen heeft de meeste lanen en de meeste soorten zweefvliegen (zie tabel). Ook plooivleugelwespies Naast al deze zweefvliegen heeft het insectenonderzoek nog meer bijzonders opgeleverd. Zo is het plooivleugelwespje (Gymnomerus laevipes) gevonden in de malaise- val. Deze soort gaat sterk achteruit in Nederland en is nog nooit eerder waargenomen in Zeeland. Het is een soort die zijn nestje bouwt in de stengels van bramen. Nadat deze soort in de val gevonden was, is met een vangnet verder gezocht, wat vier extra waarnemingen opleverde: 1 vrouwtje en 3 mannetjes werden in Sint Jansteen waargenomen, wat er op duidt dat er een heuse popu latie aanwezig is. Een ander plooi vleugelwespje genaamd Euodynerus quadrifasciatus is gevangen bij Clinge. Het is de eerste waarne ming sinds dertigjaar in Zeeland. De gevlekte gouden bladloper. (E. de Bree) zweefvlieg lijkt sterk op een wesp. De zwarte voorpoten worden zelfs tijdens het vliegen zo vooruit gesto ken dat zij op wespenantennen lijken. De larven van deze grote vliegen leven twee jaar in dikke, vochtige dode stammen. Enkele doodhoutsoorten waren ook in het verleden al waargenomen in de waterwingebieden, zoals de pluimwoudzwever (Criorhina floccosa), de bloedrode bladloper (Brachypalpoides lentus) en de donkere wespvlieg (Temnostoma bombylans). Succesfactoren Alle genoemde soorten zijn nieuw of in aantal toegenomen. De reden dat de zweefvliegen het goed doen heeft ondermeer te maken met gewijzigd bosbeheer. Waar men vroeger dode en omgevallen bomen weghaalde, laat men ze nu ongemoeid. De zweefvliegen profiteren daarvan. Ook de bodem speelt een belang rijke rol. Het gebied is gelegen op Pleistoceen zand, wat hier zo'n 10.000 jaar geleden door gletsjers is afgezet. Het komt overeen met de Veluwebodem en heeft eigenschap pen die zeer gunstig blijken voor veel insecten. Zo maken bepaalde soorten bijen en graafwespen hun a De gevlekte gouden bladloper. (L. Calle) foto bovenaan a Dennensapzwever. (E. de Bree)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2009 | | pagina 16