Een Fluplander, of toch een
Kattendieker? (c. Jacobusse)
Op het eerste gezicht lijkt de
uitdrukking 'het Platte van
Schouwen' dus niet erg oorspron
kelijk. Toch kent ze een ouder
gebruik, zowel onder dialectspre
kers als in meer ambtelijke context.
In een Zierikzeesche Nieuwsbode
uit 1880 pleiten eenige kiezers bij
voorbeeld voor L. Beije te Eikerzee
als hoofdingeland, als een land
bouwer die weet van wat hier in
het platte van Schouwen behoefte
is. Ook schrijvers in dialect laten
zich in soortgelijke bewoordingen
uit: menschen uut het platte van
Schouwen (1875): en 't platte van
Schouwe, daer goeije wegen binne
(1878).
Wanneer de aanduiding vlak na
de Tweede Wereldoorlog weer
in de Zierikzeesche Nieuwsbode
opduikt, lijkt ze zich te beperken
tot een meer ambtelijke context.
Zo heeft men het in het kader
van de streekplanproblematiek
in 1945 over het z.g. Platte van
Schouwen. In 1957 kondigt de
PZEM de elektrificatie van het
platte van Schouwen aan. In 1960,
in plannen tot gemeentelijke her
indeling. rekent de rijksoverheid
Duivendijke, Eikerzee, Ellemeet
en Kerkwerve tot het Platte van
Schouwen. Ze vormen met ingang
van 1 januari 1961 de nieuwe
gemeente Middenschouwen.
Sindsdien doet de aanduiding
opgeld. Zo bestaat er tegenwoor
dig een toeristische 'Platte van
Schouwen' route.
Ik concludeer dat de aanduiding
'het Platte van Walcheren' niet
oorspronkelijk is. maar recent. Het
lijkt nieuw jargon van een beperk
te kring en ze verdient mijns
inziens geen schoonheidsprijs,
omdat ze misleidend is: Walcheren
was en is niet plat!
Aad de Klerk, adviseur bij
Stichting Cultureel Erfgoed
Zeeland
Kattendieker of
Fluplander?
Dialectnamen van planten en
dieren kunnen per regio sterk ver
schillen. Ook komt het voor dat
in de ene regio met dezelfde naam
een ander dier bedoeld wordt dan
in de andere regio. Ga er maar aan
staan. Bij een speurtocht naar de
streeknamen van langpootmuggen
kwam geregeld de naam hooiwa
gen naar boven. Berust dat nou op
verwarring met de (aan spinnen
verwante) echte hooiwagen, of
wordt de langpootmug inderdaad
op sommige plaatsen hooiwagen
genoemd? En hoe zit het met de
naam Kruuwaegen, die we ook
een keer hoorden? De namen gla
zenwasser, spekkebijter en spek-
maaier zijn niet specifiek Zeeuws,
maar worden mogelijk ook hier
gebruikt. Wel specifiek Zeeuws
is de naam Fluplander die op
Duiveland en in Tholen gebruikt
wordt als dialectnaam voor de
langpootmug. Zuid-Bevelanders
spreken van een Kattendieker en
natuurlijk is ook die naam onver
valst Zeeuws.
Zijn Fluplander en Kattendieker
bedoeld als scheldnaam, net als
de Engelse bijnaam Daddy-long
legs, of hebben de streeknamen te
maken met de ligging van vochtige
weiden bij Kattendijke en op Sint
Philipsland? Wie het weet mag het
zeggen.
De larven van langpootmuggen
leven in de grond en ze kunnen
nogal schadelijk zijn voor te velde
staande gewassen en voor graslan
den. De in het ABN gebruikelijke
naam emelten wordt in Zeeland
veelal uitgesproken als meiten. En
ongeacht wat taalkundigen daar
van vinden: meiten vormen een
belangrijke voedselbron voor tal
van dieren: variërend van spreeu
wen tot grutto's en van spitsmui
zen tot mollen. Kattendiekers en
Fluplanders hoeven zich hoe dan
ook niet voor hun naamgenoten te
schamen.
Rest nog de opmerking dat met de
term langpootmug, en met alle dia
lectvarianten die daarvan bekend
zijn niet zomaar één soort bedoeld
wordt. In Nederland komen enkele
honderden verschillende soorten
voor. In aantal is dat waarschijn
lijk veel meer dan de specia
listen die al die Kattendiekers
en Fluplanders van hun juiste
Latijnse naam weten te voorzien.
Chiel Jacobusse
ZeeuwsLandschap
21