melodie floot en de konijntjes
achterna gezeten werden door de
hermelijn. De slootjes zaten vol
met kikkers en er waren vast veel
vlinders. Korenbloemen en klapro
zen moeten er ook gestaan hebben,
want bij grondbewerking in 1980
kwamen er veel op tussen de nieu
we bosaanplant. Struikheide was
er ongetwijfeld in het verleden;
de naam van het dorp Heikant,
het café t'Heike en de Heidestraat
verwijzen er naar. Dat dit gebied
afwijkt van zijn omgeving zien
we ook aan de hoogteligging, die
gemiddeld drie meter en maximaal
vier meter plus NAP bedraagt.
Hoe verder naar het westen, hoe
lager het gebied. Zijn reliëf ver
raadt dat het oudland is en geen
inpoldering uit bv. de Tachtigjarige
oorlog, omdat inpolderingen haast
altijd vlak zijn (wat niet zo gek is
voor oude zeebodem).
Vroeger gebruik
De oude ingekleurde kaart ver
toont een bont geheel met allemaal
kleine perceeltjes. Uit de eigen-
domslijst blijkt dat de beroepen
van de eigenaren zeer uiteen
liepen. Uit het feit dat een klom
penmaker ontbreekt blijkt dat hier
rond 1830 geen populieren geteeld
werden. Wel staan er meerdere
bakkers vermeld, die overwegend
sparrenbossen bezaten. Deze lever
den het stookhout voor de ovens
van hun bakkerijen. De eiken
perceeltjes waren allemaal voor
geriefhout. zoals handgereedschap,
stelen en dergelijke. Brandhout
was in die tijd erg belangrijk, dus
ging er niets verloren. Een grote
mijt brandhout op het erf was net
zo belangrijk als een berg hooi
voor een veeboertje. Misschien
dat de districtscommissaris uit
Hulst en een hoedenmaker uit
Stekene daarom een perceeltje
eiken in hun bezit hadden. Op
de akkertjes werd rogge, haver,
gerst en boekweit geteeld en.
als het perceel niet te nat was.
aardappelen. Dat dit terrein met
zijn bossen en de Heerstraat als
grensoverschrijdende binnenweg
een uitermate geschikte streek was
om te smokkelen spreekt voor zich.
Veesmokkelaars lieten het vee los
over de Heerstraat lopen, het koe
hondje moest de beesten in toom
houden. De smokkelaar liep paral
lel mee door de bossen. Bij een
overval van de commiezen bleef hij
zo zelf buiten schot.
Aankoop door De
Waterleiding in 1935
Er was een sterke groei in de
bevolking en een tekort aan goed
drinkwater. Najaren onderzoek en
na het sparen van voldoende geld
(de betrokken gemeenten moesten
een dubbeltje per inwoner in de
kas storten), werd besloten water
te gaan winnen in het gebied. In
1935 startte de aankoop van de
perceeltjes grond. In de honderd
jaar die was verstreken sinds het
tekenen van de kaart in 1832 was
er behoorlijk wat veranderd in het
gebied. Veel bosjes waren verdwe
nen en omgetoverd in bouwland,
enkele perceeltjes bestonden nog
uit grasland. Vlas had zijn intrede
gedaan, want het gebied leende
zich goed voor het natuurlijk
dauwroten van vlas. Gelukkig
is het kleinschalig landschap
met de door eiken houtwallen
of singels omringde perceeltjes
grotendeels intact gebleven, wat
vooral te danken is aan het feit
dat het gebied in bezit was van
de Waterleidingmaatschappij
Zeeuwsch-Vlaanderen en daardoor
niet is opgenomen in de ruilverka
veling van 1974.
Het bos
Het gebied kenmerkt zich door
kleinschaligheid. Ten westen van
de Heerstraat ligt nog een stuk
gemengd loofbos met echte hout
wallen en enkele vrijstaande eiken.
Deze eiken hebben een dikke, korte
stam met veel dunnere zijtakken;
een teken dat deze stammen vaak
zijn ontdaan van hun takken. Ook
zijn er nog twee percelen dennen,
aangeplant in 1920 en dus nu bijna
90 jaar oud. Door de wisselende
waterstanden zijn de leeftijden
(omlopen) van bomen in waterwin
gebieden met een oppervlakkige
winning niet hoog. Langs één van
Werkkaart met ingekleur
de percelen. (G. Blaauwendraat)
I "i
i l I-I
-U>
- i/f/W
-- v
j L f
8 ZeeuwsLandschap