Nederlanden een rampjaar (aanval len van Frankrijk, Engeland, Keulen enMünster), maar West-Zeeuws- Vlaanderen was geen strijdtoneel. De befaamde vestigingbouwer Menno van Coehoorn gaf de schans in 1701 een tweede leven. Met het oog op nieuwe oorlogsdreigingen (de Spaanse Successieoorlog), werden militaire versterkingen in Zeeuws-Vlaanderen hersteld en aangepast, zo ook de Kruisdijkschans. De krijgshandelingen bereikten Zeeuws-Vlaanderen uitein delijk niet; de schans raakte opnieuw in onbruik. In 1762 werd het werk verkocht aan de familie Hennequin. Dit uit zuidelijker regionen afkomstige geslacht van geneesheren, apothekers en later ook bestuurders, vestigde zich omstreeks 1700 in Sluis en verwierf in de streek veel grond. De Hennequins zagen wel wat in de voormalige verde digingswerken. Ze kwamen ook in het bezit van de Krabbeschans, waar een familiegraf werd opgericht. Midden op de binnenplaats van de Kruisdijkschans verrees een landhuis en zodoende veranderde de fortificatie in een buitenplaats. Hetzelfde gebeur de met de Elderschans in Aardenburg en de Moffenschans in Terneuzen. De 'schansbuitens' kwamen buiten Zeeuws-Vlaanderen nauwelijks voor. De buitenplaatsen op Walcheren en Schouwen-Duiveland zijn gewoon op ongerepte gronden gebouwd. De buitenplaats op de Kruisdijkschans bleef ongeveer honderd jaar als zodanig in gebruik. Daarna kwam er een boerenbedrijf, wel met behoud van het oorspron kelijke woonhuis van de familie Hennequin. Dat staat er nu nog en is aangewezen als Rijksmonument. Ook enkele bijgebouwen en het poorthek zijn er nog. De staat van onderhoud is bedroevend. Als er niet snel wordt gerestaureerd, doemt de slopershamer op. De schansnatuur In de afgelopen eeuwen hebben veel restanten van de Staats-Spaanse Linies zich in alle rust kunnen ontwik kelen tot waardevolle natuurgebieden. De wallen en grachten blijken een ide ale leefomgeving voor een verschei denheid aan flora en fauna. De klas sieke plattelandsnatuur, gekenmerkt door een redelijke broedvogelstand van patrijs, steenuil, veeldleeuwerik, roodborsttapuit en grasmuis, is er dui delijk aanwezig. Dat geldt ook voor de Kruisdijkschans. Het landschaps beeld is er ongestoord en de samen hang met de andere landschapsele menten is goed herkenbaar. In 1985 is de schans aangewezen als beschermd natuurmonument. Dat gebeurde vooral vanwege de aanwezigheid van een (kleine) populatie boomkikkers. Het mocht niet baten; de dieren zijn toch verdwenen. Oorzaken: de ver slechtering van de waterkwaliteit in de grachten en de achteruitgang van de graslandheggen. Herstel van dit leefgebied van de boomkikker is wenselijk en haalbaar. Tussen het Zwin en Aardenburg lig gen nu nog drie kerngebieden waar de boomkikker weet te overleven: bij Aardenburg, Retranchement en Cadzand-Bad. Ze liggen te ver uit elkaar voor onderlinge migratie en als die niet kan plaatsvinden dreigt uitsterven. Herstel van het leefgebied op de Kruisdijkschans kan dit helpen voorkomen. Er ontstaat weer een 'stapsteen'. Afgezien daarvan, restau ratie van de boerderij, compleet met huisweitjes, heggen, knotbomen en hoogstamfruitbomen, zorgt sowieso voor (aanzienlijke) versterking van de plattelandsnatuur. Vandaar dat Het Zeeuwse Landschap zo graag in het bezit wil komen van de schans. Uitgangspunt is dat naast de natuur, ook de recreatie en educatie bediend worden. Het markante punt wordt na herstel opengesteld en biedt goede mogelijkheden voor voorlichting over de streekhistorie en natuur. Het wordt een opvallend onderdeel van de Staats-Spaanse Linies, mooi gelegen als vertrek- of pauzeplaats voor fiets en wandeltochten. Het woonhuis is voor recreatief medegebruik in te zetten. Een versterking van wat wel omschreven wordt als het 'regionaal toeristisch product'. R. Antonisse is journalist en redactie lid van Zeeuws Landschap staan nu bekend als de Staats-Spaanse Linies. Sinds enkele jaren wordt gewerkt aan gedeeltelijk herstel ervan om de geschiedenis van de regio weer herkenbaar te maken en de toeristische attractiviteit ervan te verhogen. Dat er nog redelijk wat bewaard is geble ven komt mede doordat bij de aanleg van de linies en vestingwerken veelal aarden wallen zijn toegepast. Dat ging sneller dan bouwen met stenen en was ongetwijfeld ook goedkoper. De gebou wen die er stonden - zoals soldatenver- blijven, magazijnen, en dergelijke - zijn wel op de meeste plaatsen gesloopt. Soms kwamen er nieuwe opstallen voor terug, dikwijls een boerderij. De historie van Kruisdijkschans Terug naar de Kruisdijkschans tus sen Sluis en Aardenburg. Die is in 1604 als zogenoemde redoute (een eenvoudig gesloten verdedigingswerk) aangelegd door de Staatsen. Zij had den kort daarvoor Sluis en Aardenburg in handen gekregen. Samen met de Elderschans en de Krabbeschans moest de Kruisdijkschans de verbindingsweg tussen de twee plaatsen beschermen. Ook kon dankzij de aanleg van het werk de Stierhoekskreek worden bevei ligd, een zijtak van het in 1583 door inundatie ontstane Lapscheurse Gat. Stadhouder Frederik Hendrik ver ordonneerde na een bezoek aan Sluis en omgeving, in 1639, dat de redoute moest worden uitgebouwd tot een grotere versterking en dat gebeurde al één jaar later. Kennelijk haastwerk, want na enkele maanden was ingrijpend herstel nodig omdat wallen waren ingestort. Nadat met de Vrede van Munster een eind kwam aan de Tachtigjarige Oorlog, was de Kruisdijkschans militair gezien niet meer van belang. Verwaarlozing volg de. In 1672 werden delen van de wallen opgeruimd. Weliswaar was dat jaar voor de Republiek der Zeven Verenigde a Een verwaarloosde wilg in de gracht rond Kruisdijkschans. (C. Jacobusse) Het gebouw verkeert in erg vervallen staat. (C. Jacobusse) 14 Zeeuws Landschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2010 | | pagina 14