in sommige zoute binnenwateren. In Zeeland bestaan (bestonden) meerde re namen voor levende stenen, zoals palingbrood, zouterik, kaaskens, en, in Oostburg, sinter-brokken. Levende stenen zijn miniriffen die worden gevormd door mosdiertjes. Mosdiertjes zijn zeer kleine, vastzit tende diertjes die in het water in kolonieverband leven. De soort die in Zeeland, Zuid- en Noord-Holland in zoute binnenwateren riffen kan vormen heet Electra crustulenta. De mosdierkolonies zijn grauw wit, en hebben door kalkafzettingen, een harde steenachtige structuur. Ze kun nen zo groot worden als een voetbal! Hun vaak afgeplatte vorm leverde de volksnaam 'kaaskens' op. Vandaar de naam 'Kaaskenswater' voor een bij Zierikzee gelegen inundatiekreek, gevormd in 1576 tijdens de oorlog met de Spanjaarden. Tussen levende stenen komen veel andere organis men voor, onder andere paling, wat de naam 'palingbrood' verklaart. Of in alle kreekgebieden waarin levende stenen aanwezig zijn nog steeds sprake is van echt levende stenen is de vraag. Bij het laatste inventarisa tie-onderzoek, uitgevoerd beginjaren tachtig van de vorige eeuw, was al in een aantal gebieden sprake van dode levende stenen. Levende stenen hebben altijd tot de verbeelding gesproken. In het meertje de Waal bij Rockanje, een voormalige arm van de Maas, was het voorkomen van levende stenen al bekend sinds de 17de eeuw. In 1913 werd het bodemslib van dit meertje geanalyseerd en werd vastgesteld dat dit een hoog radiumgehalte had. De radioactiviteit van dit slib zou de verklaring vormen voor het ontstaan van levende stenen. Dus, die mod der zou goed zijn voor de menselijke gezondheid. Bij het meertje werd een kuuroord gebouwd, waar vervolgens de welgestelden modderbaden kwa men nemen (die konden in die jaren vanwege de Eerste Wereldoorlog geen buitenlandse kuuroorden bezoeken). Echter, in 1918 moest dit kuuroord weer sluiten, toen uit nader onderzoek naar voren kwam dat er helemaal geen sprake was van een verhoogd radiumgehalte in het bodemslib. Ook bij Oostburg bleven de levende stenen in het aangrenzende kreek- gebied het Groote Gat mensen in vervoering brengen. Hier heeft omstreeks 1935 een zuster van het plaatselijke katholieke St. Antonius ziekenhuis met behulp van kinderen zoveel levende stenen uit deze kreek verzameld, dat ze genoeg materiaal had om in de tuin van het ziekenhuis een devotiegrot van Onze Lieve Vrouw van Lourdes te bouwen. Bij de sloop van het oude ziekenhuis is helaas ook deze kapel afgebroken. Anno 2010 spreken we over een 'wellness center'. Anno 2010, zult u zich afvragen? Spreken we er dan nog ooit over? Jawel! Er duiken inderdaad weer plannen op voor luxe kuuroor den langs de Zeeuwse kust, waarbij zoutwaterbaden een belangrijk onderdeel zullen gaan vormen. Gert-Jan Buth is redacteur van Zeeuws Landschap De Terluchtse weel; één van de klassieke vindplaatsen van levende stenen (C. Jacobusse) 4:-vcs>; v - Zeeuws Landschap 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2010 | | pagina 21