Porseleinhoen. (C. Jacobusse) omdat er nauwelijks andere preda- toren in de Nederlandse moerassen voorkomen. Vossenpredatie kan overigens ook positief uitpakken voor sommige moerasvogels. Een roemrucht voor beeld is dat van de lepelaarkolonie in het Naardermeer, die eindjaren '80 belaagd werd door vossen. In reactie op een toename van de vos spatte de kolonie uit elkaar, wat de beheerders veel kopzorgen bezorgde. Voor niets, zo bleek achteraf, want de verdreven lepelaars deden op tal van plaatsen pogingen tot nieuwe vestiging en de uitbreiding die de soort daardoor doormaakte was merkbaar tot ver in onze buurlanden. Ook Zeeland telt hierdoor meerdere florerende lepe laarkolonies. Klimaat- en weersinvloeden Een andere verandering met grote invloed op de fauna is het warmer worden van het klimaat. De laat ste jaren zijn tientallen dier- en plantensoorten in Nederland verschenen die hier voorheen niet voorkwamen. Zonder uitzondering soorten die afkomstig zijn uit het zuiden. Anderzijds verdwijnen soorten die hier aan de zuidgrens van hun areaal zitten. Van beide gevallen is er een aansprekend voorbeeld moerasvogel. Verdwenen is de velduil, die hier vroeger vooral in de winter, maar ook als broedvogel talrijk aanwezig was. Hij is permanent naar het noorden verhuisd. Daar staat de komst van de kleine zilverreiger tegenover, die vanuit het zuiden naar Nederland is opgeschoven. De zachtere winters zorgen er ook voor dat minder dan vroeger fikse wintersterfte optreedt. Veel moeras vogels, zoals de ijsvogel, dodaars en roerdomp werden in strenge winters gedecimeerd. Overigens is de zuidwestelijke delta voor deze soorten vanouds van belang omdat brak en zout water niet zo snel bevriezen. Kreken en inlagen doen dienst als vluchtgebied in winters dat deze vogels elders niet kunnen overleven. Al met al is er een hele trits aan factoren te noemen die de toename van moerasvogels in de hand heeft gewerkt. De substantiële uitbrei ding van moerasgebieden in het kader van de EHS lijkt daarvan een dominante te zijn. Daarmee is de internationaal belangrijke positie die Nederland vanouds voor moerasvo gels heeft, verder versterkt en uitge bouwd. Terwijl kust- en duinvogels en vogels van het cultuurlandschap er steeds slechter voorstaan, floreren de moerasvogels als nooit tevoren. Ch. Jacobusse is hoofd ecologie van Stichting Het Zeeuwse Landschap Kleine zilverreiger. (C. Jacobusse) Zeeuws Landschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2010 | | pagina 7