gaaischieten op kunstvogels een heel wat onschuldiger bezigheid. Het wordt nog beoefend in met name rooms-katholieke dorpen (bij tradities speelt de godsdienst vaak een rol) in Zeeuws-Vlaanderen en op Zuid-Beveland. Het gaat om met pijl en boog schieten op een staande of liggende wip (een stang met bovenin de vogels). Het snijden van zeegroenten als lamsoor (waarmee de zulte of zeeaster wordt bedoeld; de echte lamsoor wordt in streektaal schor- reblomme genoemd) en zeekraal (de echte pionier onder de zoutplanten) stond vroeger voor iedereen vrij. Vooral minder gegoede burgers ver gaarden de groenten op de schor ren. Het werd als armeluiskost beschouwd. Sinds ze zijn verheven tot 'zilte Zeeuwse zaligheden' en de deltawateren een beschermde status hebben gekregen, is het vrijelijk snijden aan banden gelegd en is een vergunning nodig. Krukels rapen staat een ieder nog vrij en zodoende kan hier en daar het oude gebruik om met Pasen krentenbrood met krukels te eten, nog bestaan. Sinds de commercie de mossels, oesters en kreeften stevig in haar greep heeft, is het kweekproces vrijwel ontdaan van historische gebruiken. Die waren overigens niet zo oud; de kweek kwam pas aan het eind van de 19e eeuw goed op gang. Hoe de commercie natuurbelangen overheerst, blijkt uit de invoer van de Japanse oester uit Canada. Die is in het wild gaan woekeren en drukt andere dieren weg uit de voedselketen (en vormt ook een plaag voor recreanten). Overgehouden van vroeger zijn in Yerseke de oesterputten, waar de schelpdieren verwaterd worden. Een nieuwe traditie dient zich wel licht aan: het kweken van mossels op land. Het invangen van mos selzaad (jonge larven) met behulp van netten lijkt al een gangbare, duurzame praktijk te worden. Streekdrachten zijn bijna folklore geworden. De streektaal - Zeeuwse dialecten - houdt het nog wel vol, al kun je er over discussiëren of dat precies een traditie is. Maar de paalhoofden op de stranden zijn wel typisch Zeeuws. Ze dragen al 500 jaar bij aan de kustverdedi ging. Maritiem erfgoed in de vorm van oude vissersboten als hoogaars en hengst, is op het nippertje van de ondergang gered. Restauratie en onderhoud zorgen ervoor dat enkele oude ambachten kunnen worden doorgegeven. Verdwenen tradities Bijna folklore zijn ook de Zeeuwse trekpaarden, ooit de spil van het boerenbedrijf. Een enkele boer ploegt er nog mee voort, maar de stoere knollen worden voornamelijk als hobby gehouden (en gebruikt bij het ringsteken). De Zeeuwse 'witrik' - een koe met een witte rugstreep - is alleen nog in een kleine hobbykudde te vinden. Binnen de landbouw hebben zich toch grote veranderingen voltrok ken. In 100 jaar onderging het Zeeuwse buitengebied een complete metamorfose. Schoonheid werd verruild voor doelmatigheid. Het kleinschalige agrarische cultuur landschap is niet meer. En daarmee ook de bijbehorende gebruiken. Hoe dat eruit zag? Ga kijken op en om Hoeve van der Meulen van Het Zeeuwse Landschap bij 's-Heer Abtskerke. Kerkuil. (C. Jacobusse) Zeeuws Landschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2010 | | pagina 9