Vergelijking moerasvogels
patrijs
rode lijstsoorten 1994
rode lijstsoorten 2004
Boerenlandvogels
(31 soorten)
11 (35%)
22 (71%)
Moerasvogels
(21 soorten)
12 (57%)
7 (33%)
3 nieuw gevestigd)
Tabel 2. Aantal soorten boerenlandvogels en moerasvogels op de rode lijsten van 1994 en 2004. Hoe hoger het aantal,
hoe zorgwekkender de situatie.
is. Van de 11 soorten die er in 1994
op stonden, is alleen de geelgors
geschrapt omdat het met die soort
inmiddels beter gaat. Nieuw op de
rode lijst zijn de gele kwikstaart,
graspieper, grauwe vliegenvan
ger, spotvogel, huismus, ringmus,
huiszwaluw, boerenzwaluwveld
leeuwerik, slobeend, watersnip en
zomertortel.
Maken we een vergelijking met de
stand van zaken bij moerasvogels
dan ontstaat het beeld uit tabel 2.
Hieruit blijkt dat tussen 1994 en
2004 het aantal moerasvogelsoor
ten op de rode lijst bijna halveerde,
terwijl het aantal boerenlandvogels
in de gevarenzone juist verdub
belde. In die periode van tien
jaar hebben zich overigens drie
soorten moerasvogel (op-)nieuw
in Nederland gevestigd. Omdat
ze nog nieuw zijn en hun aantal
len beperkt zijn, prijken ze op de
rode lijst. Maar dat geeft in dit
geval dus niet aan dat ze achteruit
gaan, maar slechts dat hun positie
kwetsbaar is door hun nog geringe
aantal.
akkervogels
(grauwe kiekendief)
(kwartelkoning)
bruine kiekendief
geelgors t
gele kwikstaart
graspieper
grauwe gors t
kievit
kwartel
weidevogels
gele kwikstaart
graspieper
grutto
kemphaan t
kievit
kuifeend
scholekster
slobeend
tureluur
erfvogels
boerenzwaluw
grauwe
vliegenvanger
huismus
huiszwaluw
kerkuil
ringmus
spotvogel
steenuil
torenvalk
witte kwikstaart
watersnip
zomertortel
zomertaling
zwarte roodstaart
Tabel 1. Overzicht van de soorten die in de analyse zijn meegenomen, onderver
deeld in drie categorieën. Soorten die tot meerdere categorieën behoren, worden
ook in meerdere categorieën genoemd.
op de meest recente rode lijst (2004).
Dat is maar liefst 71% van alle boe
renlandvogels. Daarbij moet gezegd
worden dat de categorie erfvogels
nog wel iets zou kunnen worden uit
gebreid met bijvoorbeeld kneu, paap
je en wielewaal. Dat zijn soorten die
door sommigen wel en door anderen
niet tot de boerenlandvogels worden
gerekend. Ingeval ze meegerekend
worden dan wordt het percentage
rode lijstsoorten nog groter!
De rode lijst wordt iedere tien jaar
herzien op basis van harde statisti
sche gegevens over het populatiever
loop van de verschillende soorten.
Een vergelijking van de huidige rode
lijst met die uit 1994 is dus informa
tief om te onderzoeken in hoeverre
de achteruitgang nog steeds door
gaat. Bij vergelijking van beide rode
lijsten blijkt dat het aantal soorten
uit tabel 1 dat op de rode lijst staat
in tien jaar tijd meer dan verdubbeld
veldleeuwerik
scholekster
veldleeuwerik
De patrijs, een akkervogel
die sterk is achteruitgegaan.
(C. Jacobusse)
4 De scholekster staat nog
niet op de rode lijst, maar
dreigt er op te gaan komen.
(C. Jacobusse)
16 Zeeuws Landschap