m i Vleermuizen in de Yerseke Moer Als het herfst is en de grote najaars trek begint, denkt haast iedereen vogels. Toch zijn er ook soorten uit andere diergroepen die in het najaar massaal naar het zuiden vliegen. Zo hebben nachtvlinders en vleermuizen soms een uitgesproken trekgedrag. De terreinen van Het Zeeuwse Landschap worden ook op nachtdieren zoals vleermuizen geïnventariseerd. Op 7 oktober 2010 is de Yerseke Moer aan de beurt. Het wordt een nacht met verras landen is afhankelijk van het hooi en. Gebeurt het niet, dan ontstaat er ruigte en vervolgens bos. De maaiwerkzaamheden kunnen hier onder normale omstandigheden redelijk worden uitgevoerd, behalve in 2010. De graslanden waren slecht bereik baar en konden geen zware machi nes dragen. Een éénassige maai- machine met messenbalk is dan de enige oplossing. Om te voorkomen dat door verstikking de bloemrijke vegetatie verdwijnt, moet het maai- sel ook worden afgevoerd. Op de natste stukken met de hand en met behulp van het 'vliegend tapijt' het overige maaisel. Het vliegend tapijt is een eigen vinding en eigenlijk niks anders dan een open gesneden big bag waarop het maaisel zonder het terrein te beschadigen met een trekker voorzien van een lang touw naar hogere delen van het gebied kan worden gesleept. We hebben er veel gebruik van moeten maken, maar na enkele dagen zwaar en tijdrovend hand werk lagen de hooilandjes er in sep tember, zoals ieder jaar, weer prima bij. Chapeau voor de medewerkers van onze buitenploeg. Fred Schenk singen. Naast de vleermuizen die daar normaliter altijd aan te treffen zijn, worden ook de nodige trekkers waargenomen. Als de schemer invalt zetten we twee baddetectors aan. Dat zijn appara ten die de ultra hoge sonargeluiden kunnen omzetten in voor mensen hoorbare tonen. De ene wordt op 45 kilohertz gezet, voor de gemid deld kleinere soorten. De ander wordt op 25 kilohertz afgesteld, waarmee soorten als laatvlieger en rosse vleermuis te horen zijn. Wat direct opvalt in de Yerseke Moer is dat het gebied zo leeg lijkt. Dat is op zich niet verwonderlijk, het is tenslotte een heel open terrein en dat is voor de meeste vleermuizen niet direct aantrekkelijk. Zelfs de in veel gebieden algemeen voorkomende dwergvleermuis horen we alleen in de directe omgeving van de erven aan de rand van het gebied. Zij durven blijkbaar niet erg ver het open terrein in te vliegen, bij gebrek aan oriëntatiemogelijkheden. De laatvlieger lijkt nog wel banger voor die open ruimte. We treffen dit dier alleen jagend aan langs de randen van het dorp Yerseke. Terug in de open vlakte. Iedere keer als we bij een watergang in de buurt komen beginnen de detectors flink te ratelen. Frappant is dat boven bijna alle sloten watervleermuizen vliegen. Zij kunnen zich via het uit gebreide netwerk van watergangen door de hele Moer verspreiden. Over het brakke water vliegen nog genoeg insecten als nachtvlinders en mug gen voor een succesvolle jacht. Dan horen we ineens wat ratels die wat op die van de gewone dwergvleer muis lijken. Ze zijn echter iets lager van toon en ook wat langzamer. Het zijn ruige dwergvleermuizen. Dit zijn echte trekkers die in de open polder kennelijk ook de kanalen als oriëntatie gebruiken. De dieren komen vanuit noordoost Europa en trekken via Nederland verder naar het zuiden. Ineens horen wel een knalharde ratel, tak tak tak en weg is het beest. Het duurt even een moment voor we beseffen welk dier hier passeerde: wauw, een meervleermuis! Dat is in Zuid-Beveland een echte zeldzaam heid. We wachten op die plek nog een hele poos en doorkruisen daarna het hele gebied nog een paar keer, maar de meervleermuis laat zich helaas niet meer horen. Daarmee wordt het waarschijnlijk dat ook dit een trekker moet zijn geweest. Luciën Calle Onmiskenbaar een watervleermuis. <l. Calle) Zeeuws Landschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2010 | | pagina 25