Duin- en kustvogels
blijven zorgenkindjes
Nadat in de vorige twee nummers van dit tijdschrift de situaties van de moerasvogels en de boe
renlandvogels in Zeeland onder de loep zijn genomen, besteedt dit artikel aandacht aan een derde
belangrijke categorie: de duin- en kustvogels. Daarmee is het het laatste artikel in een drieluik over
de huidige toestand van Zeeuwse vogels.
Indeling vanuit Zeeuws
perspectief
Wie vogels indeelt in categorieën
begeeft zich altijd op glad ijs. Zeker
als je dat doet op basis van het leef
gebied waar ze voorkomen zijn er een
paar forse hobbels. Neem de term
kustvogel bijvoorbeeld. Een vogelaar
uit het oosten des lands zal een kluut
zonder aarzelen tot de kustvogels
rekenen. Vanuit Zeeuws perspectief
is het een dubbeltje op zijn kant.
Weliswaar broeden de meeste kluten
aan de kust, maar ook in de polder,
langs kreken en welen, kunnen heel
wat kluten broeden. Wie 's morgens
vroeg door de duinen wandelt en
daar tientallen fitissen hoort zal
geneigd zijn de fitis een duinvogeltje
te noemen. Maar op de Slikken van
de Heen en in de meidoornhagen in
de Poel is de fitis net zo talrijk. Eerst
dus maar een belijning van de groep
waarover we het in dit artikel hebben.
Onder duin- en kustvogels wordt hier
verstaan, de soorten waarvan binnen
Zeeland het zwaartepunt ligt langs of
in de Deltawateren of in de duinen.
Daarmee vallen soorten die in een
breder perspectief gerekend kunnen
worden tot de kustvogels buiten de
boot. Scholekster, bergeend en ture
luur rekenen we volgens deze definitie
dus niet tot de duin- en kustvogels.
Andersom zijn er soorten als de
boomleeuwerik en de nachtegaal die
vanuit landelijk perspectief niet tot de
typische duinvogels behoren, maar dat
binnen de Zeeuwse context wel zijn.
Het onderscheid tussen duinvogels
en kustvogels is een vloeiend onder
scheid. Vogels als zilvermeeuw en klei
ne mantelmeeuw broeden behalve in
de duinen ook wel op schorren en voor
de visdief geldt hetzelfde. Kortom, het
onderscheid is vaak niet hard, wat in
tabel 1 tot uiting komt in meerdere d/k
aanduidingen.
duin/kust
rode lijst 1994
rode lijst 2004
Kolonie
Barrusijs
d
Bontbekplevier
d/k
X
X
Boomleeuwerik
d
Dwergstern
d/k
X
X
Grauwe klauwier
d
X
X
Grote mantelmeeuw
d/k
(x)
Grote stern
d/k
X
X
Kleine mantelmeeuw
d/k
Kluut
k
X
Kokmeeuw
k
Middelste zaagbek
k
(X)
Nachtegaal
d
X
Paapje
d
X
X
Sprinkhaanzanger
d
Stormmeeuw
d/k
Strandplevier
k
X
X
Tapuit
d
X
X
Visdief
k
X
X
Wulp
d
Zilvermeeuw
d/k
Tabel 1: Lijst met duinvogels(d) en/of kustvogels (k) en het voorkomen van deze soorten op de twee meest recente rode
lijsten. In de laatste kolom staat aangegeven welke soorten kunnen worden aangemerkt als koloniebroeder.
Zeeuws Landschap 7