Lepelaars terug van weggeweest (atexSJP'CiiaÉ^'llteÉteÖiftiD Er zijn vogelsoorten waarvan we enkele decennia geleden eigenlijk alleen de naam kenden, maar niet hun voorkomen, omdat ze in onze contreien nauwelijks meer in het wild voorkwamen. Geleidelijk aan winnen sommige soorten terrein terug, waardoor namen weer van beelden worden voorzien. De lepelaar is er één van. Zeeland heeft opnieuw een eigen broedkolonie en de groei lijkt er nog niet uit. T Een lepelaarjong met kleurringen, (c. Jacobusse) ZeeuwsLandschap Slechte tijden Tegenwoordig is het vrij gewoon om in een Zeeuws natuurgebied een groepje voedselzoekende lepelaars tegen te komen. De karakteristieke vogel, die in slootjes of langs een slikrand zijn voedsel zoekt door met de snavel van links naar echts door de bodem te woelen, is nu haast niet meer weg te denken uit ons waterrijke landschap. Ook in de Middeleeuwen broedden er in Nederland waarschijnlijk vele dui zenden lepelaars. Oude geschriften maken melding van enorme kolonies. Maar daarna is het goed misgegaan. Door vervolging, drooglegging van moerassen en later door verontrei niging van het milieu ging het met deze soort bergafwaarts totdat er eindjaren zestig in heel Nederland nog maar zon 150 paar over was. Sindsdien gaat het gelukkig weer beter met de lepelaar, dankzij beschermingsmaatregelen en vermin derde hoeveelheden giftige stoffen. Goede tijden Tot 1990 was het heel bijzonder om in Zeeland een groep van een stuk of tien lepelaars waar te nemen. Dit betrof dan vogels die hadden gebroed in het Naardermeer, de Flevopolders of op de Wadden en op doorreis waren naar warmer oorden. In de jaren '90 werden ze al wat algemener en in 1997 deed zich het heuglijke feit voor dat lepelaars in Zeeland tot broeden kwamen. Dit gebeurde op een van de eilanden bij de Slikken van de Heen. Sindsdien is er jaar lijks in het Volkerak-Zoommeer gebroed, zij het in sterk wisselende aantallen en op wel zes verschillende eilanden. Deze wisselingen van broedplaats hebben waarschijnlijk te maken met vossen die af en toe de eilanden bezoeken. Zo zag ik in mei 2004 een vos met een lepelaarjong in de bek rondlopen op een van de eilanden - een jaar later zaten ze weer op een ander eiland. De laatste jaren wordt gebroed op het Slaakeiland, zo genoemd omdat het eiland is aangelegd op de plek waar vroeger het Slaak, een geul van de Oosterschelde, in de Krammer stroomde. In 2010 broedde er maar liefst 26 paar. Gevederde vrienden De lepelaars in het Volkerak- Zoommeer broeden doorgaans tussen honderden paren zilver- en kleine mantelmeeuwen, die als een soort waakhonden voor de lepelaars funge ren. Lepelaars broeden altijd ergens in een bestaande kolonie van deze grote meeuwen, of van aalscholvers of reigers. Wonderlijk genoeg blijven de meeuwen die anders toch best een eitje lusten af van de nesten van de lepelaars. De nesten liggen ietwat verscholen tussen kruipwil gen, zodat van een afstand niemand

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2011 | | pagina 10