vracht werd ingeladen om vervol
gens per platboomde schuit via het
uitgebreide net van watergangen
naar de stad te worden vervoerd.
Daar werd, bijvoorbeeld aan het
Domburgse schuitvlot in Middelburg,
uitgeladen en retourvracht ingela
den. Het was onder andere heel veel
duinzand, lokaal gebakken steen,
maar het waren ook personen die
op deze manier werden vervoerd.
Beurtschippers of'schuteboeren'
onderhielden een min of meer gere
gelde en soms ook gereglementeerde
dienst tussen dorp en stad. Daarnaast
beschikten veel boeren over eigen
schuiten; kleintjes om daarmee weke
lijks ter markt te gaan, en grote om
de oogst af te voeren. Het waren open
schuiten die werden voortgeboomd.
Al in 1411 horen we van deze vorm
van goederentransport, wanneer hout
voor een nieuwe heul per schuit wordt
aangevoerd. Een eeuw later wordt er
ook al melding gemaakt van perso
nenvervoer over water. En alle eeuwen
daarna speelt deze secundaire functie
van de watergangen een nadrukke
lijke rol. Zo klagen de inwoners van
Vrouwenpolder in 1701 over de water
gang naar Veere die 'soodanigh is
verslijmt en vervuild' dat de wateraf
voer wordt belemmerd, maar ook hun
mogelijkheid om met 'haare schuiten,
bij onbruickbaarheijt der wegen,
haare goederen' ter markt te brengen.
En 38 boeren uit Melis- en Mariekerke
vestigen in 1742 de aandacht van het
polderbestuur op ettelijke heulen die
zo bouwvallig zijn 'datse nauwlijks
door dorsten vaeren of over rijden'.
Dat verhindert hen 'haer kooren
alhier [dat wil zeggen: in Middelburg]
aen de marct te brengen'. Op het
einde van de negentiende eeuw kwam
er een geruisloos einde aan deze
vrijwel vergeten vorm van transport.
De oorzaak? Steeds betere landwegen
enerzijds; anderzijds steeds meer
vaste en lage bruggen die obstakels
voor de schuitvaart vormden.
Vermomd cultureel erfgoed
Waren de watergangen dus afwa
teringskanaal en verbindingsweg
tegelijk, ze fungeerden natuurlijk
ook als viswater én ze hadden een
heel ander karakter, want ze waren
soms welig begroeid met houtgewas.
Tegenwoordig is of wordt een groot
deel van het watergangennetwerk
verruimd en krijgen de waterlopen
natuurvriendelijke oevers. Een nieuwe
fase dus in de eeuwenlange traditie
om het water naar onze wens te laten
stromen. De vraag is of dat werk niet
het karakter heeft van een vicieuze
cirkel. Wie de Walcherse poelen beter
wil ontwateren, slaagt daarin immers
maar tijdelijk en roept vroeg of laat
nieuwe wateroverlast op, omdat bij
lagere waterstanden het veen in de
ondergrond wordt afgebroken en de
bodem inklinkt. De opgave om het
droog te houden wordt dus steeds
groter. Daar helpen zelfs gemalen
zoals die op Walcheren sinds 1930
verschenen, niet tegen.
De hedendaagse werken zijn begrij
pelijk vanuit de behoefte aan meer
waterberging en wellicht goed voor
flora en fauna. Zelfs mag worden
verwacht dat in natuurvriendelijke
watergangen lage waterstanden
minder frequent zullen optreden en
inklinking van de bodem daardoor
wordt verminderd. In die zin past het
werk niet helemaal in het plaatje van
de vicieuze cirkel. Maar de nieuwe
watergangen representeren geenszins
de oorspronkelijke situatie. Ze sluiten
hoogstens aan bij een vroegere situ
atie. Meer water mag dan in de lijn
van de oorspronkelijke functie van
de watergangen liggen, een argeloze
bezoeker zal bij het nieuwe uiterlijk
van de watergangen 's winters
plaatselijk uitgedijd tot ware bin
nenzeeën- menen dat we hier zijn
teruggekeerd tot de oorsprong, tot de
oernatuur van Walcheren. Het land
schap leert ons hier dus de verkeerde
les. Het landschapsbeeld misleidt
zeker de bezoeker van elders. Er mag
en kan sinds kort gelukkig gewan
deld worden langs veel watergangen,
maar wie weet dat er tot voor ruim
honderd jaar intensief gevaren werd
óver de watergangen? Over watergan
gen die ooit zijn gegraven. Ze maken
dus historisch beschouwd meer deel
uit van ons cultureel erfgoed dan
van ons natuurlijk erfgoed. In de
ogen van een cultuurhistoricus zijn
de hedendaagse brede watergangen
dan ook meer 'als natuur vermomd
cultureel erfgoed' dan herstelde oor
spronkelijke natuur!
Dr. A.P. de Klerk is adviseur cultuur
historie en landschap bij de Stichting
Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ)
a Bij de aanpassing van
de Domburgse Watergang
is niet alleen de water
loop verbreed, maar ook
aandacht besteed aan de
recreatieve waarde. Hier bij
de Hogelandseweg verbindt
een trekvlot de wandelpa
den op de twee oevers.
(C. Jacobusse)
14 Zeeuws Landschap