Boomkikkers:
kleine stapjes en grote
sprongen
Van alle diersoorten is de klasse van de amfibieën, de koudbloedige dieren die zowel in het water
als op land kunnen leven, wereldwijd nog het meest in nood. In Nederland worden sinds enkele
decennia gerichte maatregelen getroffen om amfibieën te helpen overleven. In Zeeland is de boom
kikker de belangrijkste doelsoort. De vraag is of dit juweeltje de Zeeuwse panda is of misschien
toch de dodo van de 21e eeuw?
0[010
Een boomkikker geniet op
een blad van het zonnetje.
(F. Schenk)
Werk aan de winkel
In 2010 is in Nagoya, Japan de VN
Biodiversiteitsconferentie gehouden.
Flora en fauna staan er niet goed
voor en wereldwijd zijn amfibieën
als soortengroep het meest bedreigd
in hun voortbestaan. In Europa
is deze neergaande ontwikkeling
halverwege de vorige eeuw al begon
nen. In ons land is het de verdienste
geweest van natuurverenigingen
als 't Duumpje om al begin tach
tigerjaren aan de bel te trekken.
Overal in Nederland kwamen amfi
bieën in de belangstelling te staan.
Onderzoekers van het rijk zetten
langjarige onderzoeksprogramma's
op, provincies bogen zich over her
stelprogramma's en vrijwilligers
en stichtingen op het gebied van
landschapsbeheer stelden alles in
het werk de nog aanwezige dieren te
helpen door veedrinkputten en leef
gebieden in kaart te brengen en vei
lig te stellen. En de terreinbeherende
organisaties? Het leefgebied van de
Europese boomkikker in Zeeland
valt voor een groot deel samen met
het werkgebied van de Stichting
Het Zeeuwse Landschap. Die hand
schoen is opgepakt. Inmiddels is de
boomkikker uitgegroeid tot één van
de kroonjuwelen van de Zeeuwse
natuurbescherming. Toch knaagt de
twijfel nog altijd of de soort voor
goed uit de gevarenzone is.
zwaartepunt in de grensstreek van
Cadzand via Aardenburg tot Sint
Kruis en langs de Noordzeekust
en de Westerschelde. Vermoedelijk
heeft deze populatie vroeger in
verbinding gestaan met die van de
Noordfranse kuststreek, maar de
kust van Calais tot Knokke blijkt al
lang een onoverbrugbare hindernis
voor ze, zodat de Zeeuws-Vlaamse
populatie feitelijk van de buitenwe
reld is afgesneden. De stroom vers
bloed is opgedroogd.
Na 1950 is het met de kleine popula
tie snel verder bergafwaarts gegaan
en stierven kleine deelpopulaties
snel na elkaar uit. Begin tachtiger
jaren kwamen er nog minieme
populaties boomkikkers voor rond
Driewegen, Groedse duintjes. Bos
van Erasmus, Kruisdijkschans
en het bos van de Plate. Rond
1995 waren deze uitgestorven en
resteerden nog drie van elkaar
gescheiden levende deelpopulaties,
te weten die in duinen van Cadzand
(Kievittepolder), op de wallen van
Retranchement en de wallen van
Aardenburg. De vooruitzichten
waren bedroevend. Het knelpunt
zat in de deplorabele staat van de
poelen, het geringe voortplantings-
succes en de geringe overleving
vanwege het kwaliteitsarme leefge
bied. Met name de populaties van
Onze boomkikker
Van oudsher kwam de Europese
boomkikker verspreid in West-
Zeeuws-Vlaanderen voor met een
Zeeuws Landschap