a Schoon mais en gerst
leveren een strak plaatje op,
maar de natuurwaarde van
zo'n landschap is nihil.
(C. Jacobusse)
Akkerdistel. (C. Jacobusse)
8 Zeeuws Landschap
op. Anderzijds; bij de aanleg van het
nieuwe natuurgebied Sint Laurens'
weihoek op Walcheren nam de grutto
sterk toe en het aantal veldleeuweri
ken vertienvoudigde, zo leert een stu
die van SOVON. De nieuwe natuur
heeft de algehele achteruitgang van
deze soorten niet kunnen stoppen,
maar die wel afgeremd. Mensen
die zeggen dat er genoeg natuur is,
bedoelen eigenlijk dat zij er genoeg
van hebben. En da's toch heel iets
anders!
Nepnatuur
'Stinkende modderputten', 'ver
waarloosde distelhaarden' en 'zoge
naamde natuur' zijn veelgelezen
kwalificaties in de ingezonden brie
ven. De nieuwe natuur wordt weg
gezet als nepnatuur. Zonder enige
onderbouwing. Iedereen met enig
verstand van zaken weet wel beter.
Vogels als tureluur, veldleeuwerik,
geoorde fuut, kluut en lepelaar (zie
p.7-8 van dit nummer) hebben aan
toonbaar sterk geprofiteerd van de
nieuwe natuur. Er is kritiek op het
afgraven van terreinen, maar daarbij
wordt de achterliggende reden ver
geten. Vroeger was het buitengebied
nat, maar door betere ontwatering
en bemaling is het buitengebied veel
droger geworden. Dat is goed voor
de landbouw, maar tegelijkertijd één
van de belangrijkste problemen voor
de Nederlandse natuur. Het opzetten
van het polderpeil zou de landbouw
en andere belangen (bv. bewoning)
in het buitengebied schaden. Om dus
de Zeeuwse natuur terug te krijgen
is het nodig in natuurgebieden soms
de bodem te verlagen.
Dat er in nieuwe natuurgebieden
aanvankelijk een fase met veel dis-
telgroei is, is zonder meer een feit.
Een pionierssoort als de akkerdistel
vestigt zich op plaatsen waar plot
selinge veranderingen optreden. De
beste manier om ze kwijt te raken is
de distels zoveel mogelijk met rust
te laten. In overeenstemming met de
oude boerenwijsheid Distels laten
staan, is distels kapot laten gaan.
Natuurlijk houden Het Zeeuwse
Landschap en andere natuurbeheer
ders zich wel aan de wettelijk vastge
stelde distelverordening om overlast
voor de buren te voorkomen.
Tot vijftig jaar terug leefden tal van
planten en dieren in het agrarisch
buitengebied. Er waren allerlei krui
den en akkervogels op de akkers,
orchideeën en weidevogels in de
weilanden en bijvoorbeeld steenuilen
en wezels in de talrijk onbenutte
overhoekjes. Die natuurwaarden
van het buitengebied zijn vrijwel
compleet verdwenen. Ondanks de
aanleg van nieuwe natuur en de
veiligstelling van nog bestaande
gebieden gaat de achteruitgang van
de Nederlandse natuur door. Vogels
als de veldleeuwerik en de grutto zijn
in de afgelopen dertig jaar met meer
dan de helft afgenomen. De grutto
broedt in Zeeland voor meer dan 95
procent in officiële natuurgebieden.
De veldleeuwerik gaat dezelfde kant