NEDERLANDSE MYCOLOGEN
Onder paddenstoelenliefhebbers staat Zeeland niet hoog aangeschreven.
Klei en weinig bos temperen de verwachtingen op een interessante paddenstoelenflora.
Toch trok de Zeeuwse werkweek van de Nederlandse Mycologische Vereniging in 2010
veel deelnemers uit het hele land. Vanuit Haamstede kamde de groep vijfendertig
locaties in Midden- en Noord-Zeeland uit.
JONGE BOSSEN
door Chiel Jacobusse en Eef Arnolds
hand, maar het inventariseren van bossen lijkt in
Zeeland minder logisch. We hadden daarbij echter
een speciaal doel voor ogen. De bezochte bossen
zijn bijna allemaal jong, maar verschillen relatief fors
qua leeftijd. Twintig jaar op vijftig is heel wat.
We wilden nagaan of de leeftijdsverschillen zich
weerspiegelden in de paddenstoelenflora.
De Schouwse bossen bij de Schelphoek en rond de
kreken van Ouwerkerkzijn aangelegd na de
watersnood van 1953. De bossen op de Schotsman,
de Haringvreter en de Middelplaten zijn aangelegd/
ontstaan na de afdamming van het Veerse Meer in
1963. De spontaan ontstane bossen op de
Veermansplaat en op de plaat Dwars in de weg, in
de Grevelingen, zijn weer tien jaar jonger en dateren
van halverwege de zeventigerjaren.
De bossen waren goed voor enkele bijzondere
vondsten. Zo vonden we op de Stampersplaat de
zeer zeldzame kurketrekkermycena en bij de kreken
van Ouwerkerk de al even zeldzame olijfbruine
veldridder. Onder aangeplante beuken werd een
Foto METEN IS WETEN
Tulostoma Aanleiding voor de Zeeuwse werkweek was het
brumale/ paddenstoelenproject van Het Zeeuwse Landschap.
gesteeldestuifbal In de periode 2006-2010 zijn alle gebieden van Het
(C. Jacobusse) Zeeuwse Landschap uitgebreid geïnventariseerd
op paddenstoelen. Aanvullend onderzoek buiten
de beheergebieden door amateurs van de Zeeuwse
paddenstoelenwerkgroep heeft een algemeen beeld
van de Zeeuwse paddenstoelenflora opgeleverd.
Enkele pioniers voerden dertig tot veertig jaar
geleden een vergelijkbare inventarisatie uit,
waardoor we de Zeeuwse paddenstoelenflora van de
jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw
kunnen vergelijken met die van nu. Nu al is duidelijk
dat daaruit veel informatie over de ontwikkeling van
verschillende gebieden beschikbaar komt.
De excursies spitsten zich toe op twee landschaps
typen: duinen en bossen. De aandacht voor duinen
ligt (zeker bij een verblijf in Haamstede) voor de
ZEEUWS -14-LANDSCHAP